This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Welkom!
Eerst even de landschappen van de VS oefenen
Uitleg tweede helft §7.1 Klimaat en reliëf in de V.S.
Klimaatfactoren
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Drag question
Wat is een kenmerk van een middelgebergte?
A
Toppen van 500 tot 1.500m hoog
B
Toppen boven de 4.000
C
Toppen tot 5.000
D
Laagvlakte
Slide 4 - Quiz
Waar staat de Centrale laagvlakte bekend om?
A
Tarwe
B
Maïs
C
Citrusfruit
D
Kale dorre vlakte
Slide 5 - Quiz
Juist of onjuist? Bij extensieve veeteelt zijn er veel koeien per hectare
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Moeilijk? Blijf het laatste deel van de les even hangen!
Slide 7 - Slide
Temperatuurfactoren
1. Breedteligging
2. Hoogteligging
3. Land-zeeverdeling
4. Wind van land en zee
5. Ligging van gebergten
Slide 8 - Slide
geografische breedteligging
Algemene regel: Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.
Dit komt doordat: 1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn. 2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.
Slide 9 - Slide
Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.
Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.
(per 100 meter stijging 0,6 graden)
Slide 10 - Slide
Invloed van de zee
Zomer; de zee heeft een verkoelende werking op het land
Winter: de zee heeft een verwarmend effect op het land
Slide 11 - Slide
Ligging van gebergte
Algemene regel:
De berg kan een klimaatscheiding zijn.
Aan de ene kant van de berg is het nat (loefzijde) en aan de andere kant van een berg is het nat (lijzijde)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Nu?
Gingen de vragen niet best: Blijf hangen
Gingen de vragen oke: Maak H7, paragraaf 1 af (echt doen!)
Lees H7, paragraaf 1: de basisboeknummers
Lees H7, paragraaf 2 en maak 1 t/m 4
Slide 15 - Slide
Langs de 40e breedte graad
De Verenigde Staten
Van de Atlantische Oceaan naar de Grote Oceaan
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap
Slide 16 - Slide
Langs de 40e breedtegraad
De Appalachen
Middelgebergte
Mount Mitchell 2.038 m
Oud gebergte
Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn
Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar
Slide 17 - Slide
Langs de 40e breedtegraad
De Rocky Mountains
Van Alaska tot Mexico
Hoogebergte
Jong gebergte
Spitse toppen van 4.000m en hoger
Eeuwige sneeuw
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m
Gebergte met hoge toppen, scherpe bergkammen en diepe dalen; minder dan 65 miljoen jaar oud
Gebied waar altijd sneeuw ligt
Slide 18 - Slide
Langs de 40e breedtegraad
Tussen de gebergten aan de oostkant ligt de Centrale Laagvlakte
Laagvlakte
De cornbelt
Gebied zonder hoogteverschillen, dat lager ligt dan 500 m
Slide 19 - Slide
Langs de 40e breedtegraad
Naar het westen wordt het droger
De Great Plains
Hoogvlakte
Steppe
Wheatbelt
Irrigatie
Extensieve veeteelt
Vlak of zachtgolvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt
Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes
Het kunstmatig nathouden van landbouwgronden
Veeteelt met weinig vee per hectare
Slide 20 - Slide
Langs de 40e breedtegraad
Aan de westkant van de Rocky Mountains ligt het Great Basin (Grote Bekken)
Dit is kurkdroog
Hoogvlakten 1.500m
Rotsen, dorre graspollen en cactussen
Slide 21 - Slide
Langs de 40e breedtegraad
Langs de westkust liggen de Coast Ranges en de Sierra Nevada
Jonge gebergten
Daar tussenin ligt Central Valley
Regenschaduw
Citrusfruit
De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt
Gebergte met hoge toppen, scherpe bergkammen en diepe dalen; minder dan 65 miljoen jaar oud