Lezen & Luisteren 2.2 In de praktijk Instructieve teksten (lezen)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Centraal examen Lezen & Luisteren 2F

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Nieuwe theorie: 2.1 Instructieve teksten lezen 2F.
  • Klassikaal oefenen: lezen van een instructieve tekst

Doel
Je herkent de opbouw van een instructie en weet hoe je een instructie moet gebruiken.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Dit krijg je van mij op papier
We bespreken de vragen na in LessonUp
timer
23:00
Examenopdracht 2F

Slide 9 - Slide

1. Wat is het belangrijkste doel van de tekst (alinea 1)?
A
De schrijver wil de lezer informeren over onweer.
B
De schrijven wil de lezer waarschuwen voor onweer.
C
De schrijver wil de lezer overtuigen dat onweer gevaarlijk is.

Slide 10 - Quiz

2. Waardoor ontstaat elektrische lading in een wolk (alinea 2)?
A
Door de afkoeling van de opstijgende lucht.
B
Door de snelle opstijging van lucht bij warm en vochtig weer.
C
Door de botsing van koude ijsdeeltjes en warme waterdruppels.

Slide 11 - Quiz

3. Welke uitspraak is waar op basis van alinea 3?
A
De aarde doet eigenlijk dienst als een soort bliksemafleider.
B
Onweerswolken hebben een terugslag in de vorm van blikseminslagen.
C
Een bliksemflits bestaat eigenlijk ut twee flitsen.

Slide 12 - Quiz

4. Waarom loop je als wandelaar in een vlak gebied een groter risico dat de bliksem jou treft (alinea 4)?
A
Een echte verklaring is daar niet voor, want als er een kerk of boom staat slaat de bliksem daar in.
B
Bliksem zoekt de weg van de minste weerstand; dat is het hoogste punt.
C
Bliksem slaat nooit in de grond in, dus is de kans dat het jou treft als snel groter dan nul.

Slide 13 - Quiz

5. Wat is het verband tussen alinea 5 en de rest van de tekst?
A
Alinea 5 introduceert deel twee van de tekst, namelijk wat je moet doen als je in een onweersbui belandt.
B
Alinea 5 begint een nieuw deelonderwerp, namelijk de onvoorspelbaarheid van onweer.
C
Alinea 5 is een samenvatting van alinea 1 t/m 4 en introduceert het onderwerp van de tekst nog een keer

Slide 14 - Quiz

6. Wat maakt volgens alinea 5 dat de buienradar niet altijd accuraat is?
A
Het blijven voorspellingen; dat zijn nooit zekerheden.
B
Onweersbuien kunnen zich snel ontwikkelen.
C
De techniek is nog niet voldoende ontwikkeld.

Slide 15 - Quiz

7. De slotalinea begint met ‘Hoewel’. Wat geeft dat signaalwoord aan?
A
Nu volgt de conclusie.
B
Er komt iets wat in tegenspraak is met de voorafgaande alinea.
C
Deze alinea maakt deel uit van een langere opsomming.

Slide 16 - Quiz

8. Wat is de belangrijkste functie van de slotalinea?
A
geruststellen
B
samenvatten
C
waarschuwen

Slide 17 - Quiz

9.a Waar of niet waar?

Je moet hard doorfietsen, als het onweert.
A
niet waar
B
waar

Slide 18 - Quiz

9.b Waar of niet waar?

Het heeft geen zin de buienradar te raadplegen.
A
niet waar
B
waar

Slide 19 - Quiz

9.c Waar of niet waar?

Het is niet erg waarschijnlijk dat je ooit getroffen wordt door bliksem.
A
niet waar
B
waar

Slide 20 - Quiz

9.d Waar of niet waar?

In de buurt van metaal loop je meer kans getroffen te worden door bliksem.
A
niet waar
B
waar

Slide 21 - Quiz

9.e Waar of niet waar?

Zolang het (nog) niet regent, loop je geen gevaar bij onweer.
A
niet waar
B
waar

Slide 22 - Quiz

9.f Waar of niet waar?

Een boom biedt geen veilige schuilplaats bij onweer.
A
niet waar
B
waar

Slide 23 - Quiz

9.g Waar of niet waar?

Bij hevig onweer moet je onmiddellijk je boot verlaten en naar de kant zwemmen.
A
niet waar
B
waar

Slide 24 - Quiz

10. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Bliksem zoekt de weg van de minste weerstand en zal doorgaans op het hoogste punt inslaan.
B
Je loopt nauwelijks risico bij onweer, als je bepaalde veiligheids-maatregelen in acht neemt.
C
Hoe voorzichtig je ook bent, je kunt altijd verzeild raken in onweer.

Slide 25 - Quiz

Aan de slag!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide