9 september

9 september
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

9 september

Slide 1 - Slide

9 september - planning:
  • Welkom!
  • Absenten
  • TaalCompleet
  • Nieuwsbegrip
  • Portfoliogesprekken 

Slide 2 - Slide

TaalCompleet
A1
nakijken 4.5 instructie 4.6
maken 4.6 boek
maken 4.6 computer
A2
maken: 4.5 computer
nakijken 4.5 instructie 4.6
maken 4.6 boek
A2-2
maken 7.10 boek
maken 7.10 computer
nakijken 7.10 instructie 7.11

Slide 3 - Slide

TaalCompleet
A1
nakijken 4.5 instructie 4.6
maken 4.6 boek
maken 4.6 computer
A2
maken: 4.5 computer
nakijken 4.5 instructie 4.6
maken 4.6 boek
A2-2
maken 7.10 boek
maken 7.10 computer
nakijken 7.10 instructie 7.11

Slide 4 - Slide

TaalCompleet
A1
nakijken 4.5 instructie 4.6
maken 4.6 boek
maken 4.6 computer
A2
maken: 4.5 computer
nakijken 4.5 instructie 4.6
maken 4.6 boek
A2-2
maken 7.10 boek
maken 7.10 computer
nakijken 7.10 instructie 7.11

Slide 5 - Slide

Nieuwsbegrip
  • Moeilijke woorden vorige week
  • Jeugdjournaal
  • Moeilijke woorden deze week
  • Samen de tekst lezen
  • Opdrachten maken 

Slide 6 - Slide

Moeilijke woorden vorige week
Opdracht 1:
Schrijf de betekenis op van:
  • dumpen
  • veilig

Opdracht 2:
Schrijf het woord op dat bij de omschrijving hoort:
  • met een klap uit elkaar springen
  • de mensen die zeggen wat er in een land moet gebeuren

Slide 7 - Slide

Jeugdjournaal
Kijk- en luistervragen:
• Waar zijn acht jongens gewond geraakt door de bliksem?
• Hoe ontstaat bliksem?
• Wat is een bliksemafleider?
• Waar moet je niet gaan schuilen bij onweer?
• Wat moet je doen als je op een open plek bent tijdens onweer?
• Wat is het veiligst om te doen bij onweer?

Slide 8 - Slide

Moeilijke woorden deze week
  1. Gewond raken
  2. De bliksem
  3. Schuilen
  4. meestal
  5. Inslaan
  6. Aantrekken
  7. Voorkomen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Samen de tekst lezen
Onderstreep de woorden die je niet kent.
Hoe kom je achter de betekenis van deze woorden? 

Slide 16 - Slide

Doen:
  • Schrijf de betekenis van de moeilijke woorden (week 36) op! Klaar? Doe het papier in je map.
  •  Maak de opdrachten op papier.
  • Maak woordenschat online.
    -> Ga naar www.nieuwsbegrip.nl
    -> Log in
    -> Ga naar archief
    -> Kies week 36
    -> Maak woordenschat
Klaar? Lever de opdrachten in bij mevrouw Henrike.
Pak een boek en ga lezen / Maak je huiswerk voor TaalCompleet / Leer de moeilijke woorden van  week 35 en 36

Slide 17 - Slide

Asluiting
  • Welke vraag heb je nog? 
  • Wat wil je de volgende les leren?  

Slide 18 - Slide