6.3 Basisboeknummers

6.3 Basisboeknummers
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.3 Basisboeknummers

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

B17 Overzichtskaarten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten kaarten
- Overzichtskaarten: Kaart die een beeld geeft van een groter gebied.

2 verschillende soorten overzichtskaarten:

1. Natuurkundige Overzichtskaart
2. Staatkundige Overzichtskaart

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Staatkundige kaart
Natuurkundige kaart

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Topografische kaart
- Geeft een klein gebied weer.
- Heel veel details.
- Je kan duidelijk zien, waar veel mensen wonen en waar weinig.
- Je kan ook duidelijk zien waar groen is

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Topografische kaart Heerlen
Topografische kaart West Venlo

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Navigatiekaart
Om de weg te vinden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke soort kaart is dit?
A
Overzichtskaart
B
Thematische Kaart

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor soort kaarten zie je? 
Maak de juiste combinaties
Sleep de namen naar de juiste kaart
natuurkundige kaart
thematische kaart
overzichtskaart
staatkundige kaart

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Natuurkundige kaart
Thematische kaart

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Wat zie je niet op
een staatkundige
overzichtskaart?
A
Steden
B
Landen
C
Wegen
D
Gebergten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

B19 Thematische kaarten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

                                 Overzichtskaart                       Thematische kaart

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Thematische kaarten
Stippenkaarten

gebruiken stippen om de spreiding van een verschijnsel in beeld te brengen. 

Slide 14 - Slide

Stippenkaarten gebruiken stippen om de spreiding van een verschijnsel in beeld te brengen. Elk symbool stelt dan een bepaalde waarde voor, bijvoorbeeld 1.000 inwoners.
Thematische kaarten
Choropletenkaarten 

Staan gegevens die in gemeenten, provincies of landen zijn gemeten.

Slide 15 - Slide

Op choropletenkaarten staan gegevens die in gemeenten, provincies of landen zijn gemeten. De kleuren worden donkerder of feller naarmate de waarde hoger is (figuur 1.15).
Thematische kaarten
Mozaïekkaarten 

De grenzen tussen de kleuren op deze kaarten worden bijvoorbeeld bepaald door klimaten, plantengroei of godsdiensten 

Slide 16 - Slide

Op mozaïekkaarten zijn duidelijk verschillende kleuren gebruikt. De grenzen tussen de kleuren op deze kaarten worden bijvoorbeeld bepaald door klimaten, plantengroei of godsdiensten.
Thematische kaarten
Isolijnenkaarten 

Staan lijnen die punten met een gelijke waarde verbinden (isolijnen)

Slide 17 - Slide

Op isolijnenkaarten staan lijnen die punten met een gelijke waarde verbinden (isolijnen). De tussenliggende gebieden zijn meestal ingekleurd: hoe hoger de gemeten waarden, hoe donkerder. Een voorbeeld is figuur 2.17 (neerslag). Andere voorbeelden zijn figuur 1.17 over hoogteligging (hoogtelijnen), kaarten met isothermen (temperatuur, figuur 2.9) en kaarten met isobaren (luchtdruk, figuur 2.34).
Thematische kaarten
Isolijnenkaarten

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Thematische kaarten
Isolijnenkaarten:
punten verbinden
met gelijke waarden.
Isotherm, Isobaar,
Isolijn.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Thematische kaarten
Anamorfosekaarten 

zien de gebieden er vervormd uit. De grootte van de gebieden wordt bepaald door de waarde die dat gebied voor een bepaald kenmerk heeft.

Slide 20 - Slide

Op anamorfosekaarten zien de gebieden er vervormd uit. De grootte van de gebieden wordt bepaald door de waarde die dat gebied voor een bepaald kenmerk heeft, bijvoorbeeld de grootte van de bevolking. Hoe groter de bevolking van een gebied, hoe groter dat gebied op de kaart staat (figuur 1.18). Anamorfosekaarten kun je goed gebruiken voor bevolkingskenmerken.
Thematische kaarten
Diagramkaart

zijn in de kaart verschillende cirkel-, staaf-, blok- of stroomdiagrammen getekend.

Slide 21 - Slide

Op diagramkaarten zijn in de kaart verschillende cirkel-, staaf-, blok- of stroomdiagrammen getekend. In een stroomdiagram kun je relaties aangeven, bijvoorbeeld de verkeersstromen tussen verschillende continenten (figuur 1.35).
B118 de IJstijd

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Albedo
Albedo = het weerkaatsend vermogen van de aarde

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Laatste drie ijstijden
glaciaal
interglaciaal
glaciaal
interglaciaal
glaciaal

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Interglaciaal
Glaciaal

Slide 25 - Slide

This item has no instructions