Je kunt situaties herkennen waarin verhoudingen voorkomen, ook als deel van deel, en je kunt de bijbehorende verhoudingentaal herkennen en gebruiken.
Je kunt situaties herkennen waarin driedelige verhoudingen voorkomen.
Je kunt tweedelige en driedelige verhoudingen, ook gegeven in formele notatie, met elkaar vergelijken.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H2.2 Verhoudingen herkennen
Herkennen van verhoudingen in allerlei situaties:
Je kunt situaties herkennen waarin verhoudingen voorkomen, ook als deel van deel, en je kunt de bijbehorende verhoudingentaal herkennen en gebruiken.
Je kunt situaties herkennen waarin driedelige verhoudingen voorkomen.
Je kunt tweedelige en driedelige verhoudingen, ook gegeven in formele notatie, met elkaar vergelijken.
Slide 1 - Slide
In zijn cloud is nog 12,3 GB vrij. Een afbeelding is gemiddeld 3 MB groot. Hoeveel afbeeldingen zou Ernie in zijn cloud kunnen zetten? 1GB = 1000MB
A
12,3 : 3 = 4,1
B
12.300: 3= 4100
Slide 2 - Quiz
Ben jij 18 +?
JA
NEE
Slide 3 - Poll
Wat is de verhouding 18- en 18 + in de klas? Kan je deze verhouding kleiner maken?
Slide 4 - Open question
Hoe vaak sport jij per week?
Elke dag
meer dan 1 x of meer
Nooit
Slide 5 - Poll
Wat is de verhouding in de klas sporten per week?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Video
Breuken
Breuk: deel van een getal
1/5 = delen door 5 (één 5de deel)
2/5= delen door 5 keer 2
Slide 8 - Slide
Breuken
Breuk: deel van een getal
1/5 = delen door 5
2/5= delen door 5 keer 2
Slide 9 - Slide
Verhoudingen/breuken
1: 10 <- totaal 11 delen 11/11
1:3:3 <- totaal 7 delen 7/7
1/6 deel is blauw, 1/3 deel is rood. 1/2 deel is oranje
De verhouding =
1:2:3
Je maakt de breuken gelijknamig om de juiste verhouding te berekenen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
3-delige verhouding
1/6 deel is blauw, 1/3 deel is rood. 1/2 deel is oranje
De verhouding = 1:2:3
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat is de verhouding groen : geel : rood
A
4 : 8 : 8
B
1 : 2 : 2
Slide 14 - Quiz
Verhoudingen vergelijken
Om iet te vergelijken moet 1 eenheid hetzelfde zijn.
Reken terug naar 1ML of 100 ML Deze zijn beide 500g dus die kan je vergelijken
Slide 15 - Slide
Vergelijk de prijs van 4 frisdranken: Loway kost € 3,30 (1500 ml). Brown kost € 1,- (33cl). Kola kost € 1,50 (1 liter). Sespi kost € 3,- (3 flessen van 20 cl). Wat is verhoudingsgewijs de duurste frisdrank?