Pedicure proeftoets

Pedicure oefentoets 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pedicure oefentoets 

Slide 1 - Slide

Welke behandeling geef je bij een ingegroeide nagel?

A
Rond knippen van het nageluiteinde, daarna met de hoektang de zijkanten wegknippen, frezen met de fissuur frees, copeline gedrenkt in alcohol plaatsen.
B
Recht knippen van het nageluiteinde, frezen met de fissuur frees, instrumenteel met de excavator behandelen , line gedrenkt in alcohol plaatsen.
C
Lengte nageluiteinde lang laten om ingroei te voorkomen, instrumenteel met de excavotor behandelen en copeline gedrenkt in alcohol plaatsen.

Slide 2 - Quiz


Wat is de juiste benaming voor een ramshoornnagel?


A
Onycholysis
B
Onychomycose
C
Onychogryphosis

Slide 3 - Quiz

Ramshoornnagel
extreme toename (hypertrofie) van de nagel. In eerste instantie zal de nagel verdikken zoals bij een hoornnagel. In een later stadium vertoont de nagelplaat afwijkingen waarbij deze de vorm aanneemt van een ‘ruwe klauw’ met een voorwaartse en/of zijwaartse kromming

Slide 4 - Slide


Wat zijn de verschijnselen van een pes transversus/spreidvoet?




A
De lengtebogen zijn beide doorgezakt en het hielbeen wordt vaak naar buiten geduwd.
B
Hiel raakt de grond niet en cliënt loopt op de tenen.
C
De kopjes van 2e, 3e,4e middenvoetsbeentjes zijn doorgezakt en de voorvoet is breder.

Slide 5 - Quiz

pes transversus/spreidvoet?
Afwijking waarbij (ook onbelast) één of meerdere middenvoetsbeentjes zijn verzakt, de voorvoetboog is doorgezakt.

Slide 6 - Slide

Wat is een hallux valgus?


A
Dit is een standsafwijking van de grote teen, waarbij de grote teen naar lateraal wijst.
B
Dit is een standsafwijking van de grote teen, waarbij de grote teen naar mediaal wijst.
C
Dit is een standsafwijking van de grote teen, waarbij de grote teen naar dorsaal wijst

Slide 7 - Quiz

Hallux Valgus
-Een hallux valgus is een vergroeiing van de grote teen.

-Daardoor gaat de grote teen scheef staan.

-Er ontstaat een knobbel bij de grote teen.

Slide 8 - Slide

Wat is een neuro vasculaire likdoorn?
A
Een likdoorn met een wrat
B
Een likdoorn met een meegroeiende zenuw
C
Een likdoorn met een meegroeiende zenuw en bloedvat

Slide 9 - Quiz

Neuro vasculaire likdoorn
- Neuro = zenuwen
- Vasculaire = bloedvaten
- Likdoorn 

Slide 10 - Slide


Dermatomycose wordt veroorzaakt door:


A
Bacteriën
B
Schimmel
C
Virus

Slide 11 - Quiz

Bekijk onderstaande gegevens van een nieuwe cliënt: wat schrijf je op in het behandelplan?
1. Een aantal jaar geleden is ze tijdens haar vakantie voor de eerste keer door een pedicure behandeld.
2. Sinds haar jeugd is ze allergisch voor veel stoffen.
3. Ze gebruikt sinds 20 jaar medicijnen wegens een te hoge bloeddruk.

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3

Slide 12 - Quiz


Wat is een subluxatie?




A
Een totale ontwrichting waarbij de kop zich niet meer in de kom bevindt.
B
Een gedeeltelijke ontwrichting waarbij de kop zich nog gedeeltelijk in de kom bevindt.
C
Een volledige kapselscheuring waarbij het gewricht nog intact is.

Slide 13 - Quiz


Wanneer ontstaan primair verworven afwijkingen?


A
Tijdens de bevruchting
B
Tijdens de geboorte
C
Vlak na de geboorte

Slide 14 - Quiz

Welk mogelijk doel heeft een pedicure om een dynamische blauwdruk af te nemen?


A
Het bepalen van de lichaamslast
B
De lengtebogen vaststellen
C
De afwikkeling van de voet bepalen.

Slide 15 - Quiz

Wat vertelt de dynamische afdruk ons ?

Slide 16 - Slide

Wat vertelt de statische afdruk ons?

Slide 17 - Slide

Bij het beoordelen van een dynamische blauwdruk zie je een afwikkeling over de laterale zijde van de voet. Van welk voettype is hier sprake van?


A
Van een holvoet.
B
Van een knikvoet
C
Van een supinatievoet.

Slide 18 - Quiz

Welke van onderstaande gegevens worden door de pedicure vastgesteld door middel van inspectie?


A
Eeltvorming
B
Allergieën
C
Leefgewoontes

Slide 19 - Quiz

Welke soort afwikkeling heeft een holvoet.


A
Een afwikkeling over lateraal.
B
Een afwikkeling over mediaal
C
Een rechte afwikkeling.

Slide 20 - Quiz

Knikvoet
Holvoet

Slide 21 - Slide

Bij welke afwijking is sprake van een zijwaartse kromming van de wervelkolom?


A
Bij hyperkyhose
B
Hyperlordose
C
Bij scoliose

Slide 22 - Quiz

Scoliose

Slide 23 - Slide


Hoe wordt een stijve, onbuigzame grote teen genoemd?


A
Een hallux rigidus
B
Een hallux valgus
C
Een hallux limitus

Slide 24 - Quiz


Wat is een kenmerk van een open fractuur?


A
Het bot steekt uit het weefsel
B
Het weefsel is intact gebleven.
C
Het weefsel is licht beschadigd.

Slide 25 - Quiz

Welke fase van afwikkeling aan de voet wordt vooraf ingezet bij een dorsaalflexie.


A
Het heffen van de hiel.
B
Het neerkomen van de hiel.
C
Het neerkomen van de voet.

Slide 26 - Quiz

Wat kan de pedicure vaststellen bij het maken van een statische blauwdruk?



A
De afwikkeling van de voet tijdens het lopen.
B
De hoeveelheid vetpolster die aanwezig is.
C
De rigiditeit van de voet bij eversie.

Slide 27 - Quiz

Hoe verloopt een juiste afwikkeling van de voet tijdens het lopen?




A
Hiel, laterale zijde, middenvoetsbeentjes 5 tot 2 en over de hallux.
B
Hiel, mediale zijde, middenvoetsbeentjes 2 tot 5 en over de hallux.
C
Hiel, voorvoet, middenvoetsbeentjes 5 tot 2 en over de hallux.

Slide 28 - Quiz

Welke aandoening wordt veroorzaakt door een schimmelinfectie?


A
Een voetwrat
B
Psoriasis
C
Zwemmerseczeem

Slide 29 - Quiz

Zwemmerseczeem
- Voetschimmel
- Vaak tussen de tenen
- Slecht afdrogen

Slide 30 - Slide

De mediale kant van je rechtervoet is?


A
De bovenzijde
B
De buitenzijde
C
De binnenzijde

Slide 31 - Quiz

Einde toets

Slide 32 - Slide