1. Doe jij aan sport? 9. Hoe heb je gereisd?
2. Waar ga je heen? 10. Wat voor sport doe je?
3. Wij zijn in Berlijn geweest.
4. Houd je van popmuziek?
5. Ik heb een hekel aan winkelen.
6. En wat vind je voor de rest leuk om te doen?
7. Hij speelt gitaar.
8. Hoe was het?