Zinsontleding

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Zinsontleding

We gaan vandaag oefenen met het ontleden van een zin. Bij het ontleden van een zin hebben we het onder andere over:
- de persoonsvorm

- het onderwerp

- het gezegde

- het lijdend voorwerp

- het meewerkend voorwerp

Luciano fietst naar school.
Wat is in deze zin de persoonsvorm?

Ammar fietst ook naar school.
Wat is in deze zin het onderwerp?

Rana & Shaniece hebben nieuwe kleding gekocht.
Wat is in deze zin het gezegde?

Kies de persoonsvorm:
Leandra en Zaynab gingen gisteren rijdend naar het strand

1. gingen
2. rijdend
3. strand
4. Zaynab

Hoe kom je achter het lijdend voorwerp? 

Wie/wat + persoonsvorm + onderwerp

Ik geef hem een patatje.

In deze zin is "een patatje" het lijdend voorwerp

Avalynn's ouders hebben nieuwe stoelen gekocht.
Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Sharief & Majdi moeten een opdracht krijgen.

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?
Wil jij Asad even optillen?

Je vindt het meewerkend voorwerp dus door te vragen:

aan wie of voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + (lijdend voorwerp)

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:

Elivean geeft mijn kleine zoontje een koekje.

Zoek eerst naar de persoonsvorm, onderwerp, gezegde, (lijdend voorwerp) en dan naar het meewerkend voorwerp!

Geef in de volgende zinnen elke keer het meewerkend voorwerp aan!

Dominik maakt een speciaal gedicht voor Quintin.

Ashley besluit de brief aan Jaimy te geven.

De Hamza geeft de koeien eten.

Xavienne's moeder geeft mij wat extra zakgeld.

Kieren geeft hem een mooi cadeau.

We hebben de broer van Poyraz een schilderij gegeven.

Evaluatie:
Ik heb een beter idee over hoe je moet ontleden

😒🙁😐🙂😃