4 havo economie 8 juni oefening SE

oefening se 4 havo
bespreken huiswerk 
wat onderdelen herhalen van stof
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

oefening se 4 havo
bespreken huiswerk 
wat onderdelen herhalen van stof

Slide 1 - Slide

op de site www.lweo.nl staan oefeningen

Slide 2 - Slide

Markt en Overheid
Wanneer is de winst maximaal?

Kernwoorden:
- Maximale winst: MO = MK
- Break-even-punt: TO = TK

Slide 3 - Slide

Winst & Omzet
De winst is het verschil tussen ......................................... en ............................................. .

De totale opbrengst (TO) = omzet = ................ x ................... 

Slide 4 - Slide

Maximale winst
Stappenplan maximale winst berekenen:
  1. Zoek de hoeveelheid (q) waarbij MO = MK 
  2. Bereken bij deze q de totale opbrengst (TO) 
  3. Bereken bij deze q de totale kosten (TK) 
  4. Trek de kosten van de opbrengst af: TO - TK 

Slide 5 - Slide

Verschillende soorten kosten.

Slide 6 - Slide

Variabele kosten
Constante kosten
Totale kosten
Oranje
Blauw
Groen

Slide 7 - Drag question

Formules
TK = TVK + TCK
GCK = TCK ÷ q
GVK = TVK ÷ q
GTK = TK ÷ q of GVK + GCK

Slide 8 - Slide

Wat zijn de soorten variabele kosten

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Wat zijn marginale kosten en hoe bereken je deze?

Slide 11 - Open question

Wat zijn marginale kosten en hoe bereken je ze?
Als een bedrijf een extra eenheid wil gaan produceren, willen ze weten hoeveel die eenheid aan extra kosten oplevert. Die kosten noemen we marginale kosten.

MK = ΔTK ÷ Δq
MK = Δ TVK ÷ Δq

Slide 12 - Slide

surplus =
1/2 (basis*hoogte)

Slide 13 - Slide

prijselasticiteit

Slide 14 - Slide

De waarde van een prijselasticiteit (Ev) is -0,2. Deze elasticiteit is
A
inelastisch
B
elastisch

Slide 15 - Quiz

Ev = _____________________
procenturele verandering van de prijs
procenturele verandering van de gevraagde hoeveelheid

Slide 16 - Drag question

Het verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid is:
A
Negatief, daarom staat er altijd een minteken voor Ev.
B
Positief, daarom staat er altijd een plusteken voor Ev.
C
Negatief, daarom staat er altijd een plusteken voor Ev.
D
Positief, daarom staat er altijd een minteken voor Ev.

Slide 17 - Quiz

De waarde van de prijselasticiteit (Ev) van een product is -0,8. De ondernemer wil zijn omzet laten stijgen. Hij moet hiervoor de prijs van zijn product
A
gelijk laten
B
verhogen
C
verlagen

Slide 18 - Quiz

De waarde van de prijselasticiteit (Ev) van een product is -1,0. De ondernemer wil zijn omzet laten stijgen. Hij moet hiervoor de prijs van zijn product
A
gelijk laten
B
verhogen
C
verlagen

Slide 19 - Quiz

De inkomenselasticiteit (Ey)
  • Het verband tussen de gevraagde hoeveelheid van een product en het inkomen van consumenten is meestal positief en soms negatief.
    bij een positief verband zijn de goederen normaal (basis of luxe),
    bij een negatief verband zijn de goederen inferieur.
  • Qv = 0,002Y + 25

Je berekent Ey door de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (Qv) te delen door de procentuele verandering van het inkomen (Y).

Als Ey elastisch (Ey > 1) is, dan heb je te maken met luxe goederen.
Als Ey inelastisch (0<Ey< 1) is dan heb je te maken met basis/primaire goederen. 

Slide 20 - Slide

De inkomenselasticiteit (Ey) van een product is 0,2. Om wat voor soort product gaat het hier?
A
een inferieur product
B
een luxe product
C
een basis product
D
een normaal product

Slide 21 - Quiz

nog een oefening
Maak de oefening in magister.

Slide 22 - Slide