Week 2 herhalen meervoud en Schrijven uitvoeren 1.2

Wat gaan we doen ? 
Herhaling meervoud taalverzorging 3.3
Instructie schrijven 1.2
Zelf aan de slag 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen ? 
Herhaling meervoud taalverzorging 3.3
Instructie schrijven 1.2
Zelf aan de slag 

Slide 1 - Slide

Heb je zin in deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Wat is het meervoud van
OLIFANT
A
olifantjes
B
olifantje
C
olifanten
D
olifantten

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van
KAAS
A
kaazen
B
kazen
C
kaasen
D
kasen

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van
KOEKENPAN
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van
mees
A
meesen
B
mezen
C
meezen
D
mesen

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van leeuwerik?
A
leeuweriken
B
leeuwerikken

Slide 7 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van genie
A
geniën
B
genieën

Slide 8 - Quiz

Deze (bedrijf) verhuren speciale (fiets) voor (gehandicapte).
A
bedrijfen - fietsen - gehandicaptten
B
bedrijfen - fietsen - gehandicapten
C
bedrijven - fietsen - gehandicaptten
D
bedrijven - fietsen - gehandicapten

Slide 9 - Quiz

Mika koopt nieuwe (laars) het liefst op (braderie).
A
laarzen - braderiën
B
laarzen - braderieën
C
laarsen - braderiën
D
laarsen - braderieën

Slide 10 - Quiz

De (genie) hebben goede (idee) om de (probleem) op te lossen.
A
geniën - ideën - probleemen
B
genieën - ideeën - probleemen
C
genieën - ideën - problemen
D
genieën - ideeën - problemen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is het hoofddoel van een strip ?
A
De lezer ontspannen
B
De lezer een instructie geven
C
De lezer informeren
D
De lezer activeren

Slide 15 - Quiz

Wat voor tekstsoort is dit?
A
instructietekst
B
betogende tekst
C
informatieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 16 - Quiz

Tekstsoort?
A
betoog
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 17 - Quiz

Is dit formeel of informeel?
Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 18 - Quiz

Aan de slag 
Hoofdletters taalverzorging 3.1
Schrijven 1.1 
Meervoud taalverzorging 3.3
Instructie schrijven 1.2
Zelf aan de slag 

Slide 19 - Slide