• Bij fotosynthese verbruikt een plant de energiearme stoffen koolstofdioxide en water. Energiearme stoffen bevatten weinig energie.
• Bij fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof. Zuurstof is energiearm, maar glucose bevat veel energie.
• Bij fotosynthese wordt lichtenergie vastgelegd in glucose. Van glucose en mineralen maakt de plant de energierijke stoffen waaruit hij bestaat (koolhydraten, eiwitten en vetten).
• Mineralen (voedingszouten) zijn energiearme stoffen in de bodem. Planten nemen deze op via hun wortels.