What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Sterke werkwoorden Duits
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Slide 1 - Slide
Wat maakt een werkwoord sterk?
Spieren?
Spinazie? ..... eh, ...nee!
Slide 2 - Slide
Ook in het
Nederlands
kennen we sterke werkwoorden:
Sterk worden deze werkwoorden door
een
klinkerverandering
in
de verleden tijd
Slide 3 - Slide
En in het
Duits?
Naast een klinkerverandering in de verleden tijd, hebben sterke werkwoorden in het Duits ook
een klinkerverandering
in de
tegenwoordige tijd
Slide 4 - Slide
Tot nu toe kende je de
zwakke werkwoorden
Die kan je vervoegen met
een ezelsbruggetje
Hoe zat dat alweer?
Slide 5 - Slide
Hoe zat dat ook alweer?
Eerst de
stam
van het werkwoord bepalen door
-en
eraf te halen
Daarna er de
juiste uitgang
met hulp van het ezelsbruggetje
eraan plakken. (feesttenten)
Jetzt probiere es ....
Slide 6 - Slide
Anna .......... (kaufen) für ihre Mutter.
Slide 7 - Open question
Hannes und Anton ..... (warten) vor der Schule auf den Bus.
Slide 8 - Open question
Es .... (regnen) draußen, deshalb gehe ich nicht mit dem Rad zur Schule.
Slide 9 - Open question
Let op!
De meeste werkwoorden die
in het Nederlands sterk
zijn, zijn ook
in het Duits sterk!
Slide 10 - Slide
Nog een voorbeeld
De vertaling van '
jij komt
' ? ( = kommen)
1) komen > kwam > STERK
V
2) jij = du
V
3) kommen > stam: k
o
mm
X
Niet alle punten 'ja' ->
GEEN klinkerverandering!
>
du kommst
Slide 11 - Slide
Een
voltooid deelwoord
van een
zwak werkwoord
ken je al en wordt meestal zo gevormd:
ge -
stam
- t
kochen (= koken) ->
ge
koch
t
kaufen (=kopen) ->
ge
kauf
t
Slide 12 - Slide
Voltooid deelwoord sterk werkwoord
Dit voltooid deelwoord wordt meestal zo gevormd:
ge - stam - en
laufen (= lopen) ->
ge
lauf
en
fahren (= rijden) ->
ge
fahr
en
Slide 13 - Slide
Er hat Blumen für seine Mutter ... (kaufen).
Slide 14 - Open question
Wir sind schnell nach Hause ... (laufen), weil es regnete.
Slide 15 - Open question
Du hast die Katze aus dem Baum ... (retten)
Slide 16 - Open question
Hast du das Buch schon ..... (lesen)?
Slide 17 - Open question
More lessons like this
Sterke werkwoorden Duits
December 2021
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits
January 2020
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits H3
November 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits V4
September 2023
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits
October 2021
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits 3vwo
September 2023
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Sterke werkwoorden Duits
October 2019
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2,3
2HA Vrijdag 15 April 2022 Sterke werkwoorden Duits
April 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3