Zet in meest logische volgorde: -impuls -prikkel -zintuig -hersenen-impuls -reactie
A
-prikkel-impuls-reactie-impuls-zintuig-hersenen
B
-impuls-hersenen-zintuig-prikkel-impuls-reactie
C
-zintuig-impuls-impuls-hersenen-prikkel-reactie
D
-prikkel-zintuig-impuls-hersenen-impuls-reactie
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Macula is de gele vlek, daar zien we het scherpst
De blinde vlek/oogzenuw zit aan je neuszijde
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Netvlies: gele vlek en blinde vlek
Slide 10 - Slide
drie typen kegeltjes,
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Kleurenblindheid
Linksonder; rood kleurenblind
Rechtsonder; groen kleurenblind
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
A
Links
B
rechts
C
boven
D
onder
Slide 15 - Quiz
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Naar onder
D
Naar boven
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Als je 's nachts naar een zwakke ster wilt kijken, kun je deze het beste zien door ernaast te kijken. Als je precies naar zo'n ster zou kijken, dan zie je hem niet meer. Hoe komt dit?
Slide 18 - Open question
Staafjes - rhodopsine
Rhodopsine valt uiteen in retinal en opsine als er licht op valt.
Signaalcascade (waterval) -> Na+ poorten
sluiten -> hyperpolarisatie -> hoeveelheid
neurotransmitter daalt.
Lage prikkeldrempel -> er is maar weinig
licht nodig om rhodopsine uiteen te laten vallen.
Slide 19 - Slide
- Lichtgevoelige pigmenten breken af onder invloed van licht (rood/groen/blauw licht)
- Dit heeft effect op het afgeven van neurotransmitters.
- Via synapsen ontstaan er meer of minder impulsen in de zenuwcellen
- Na afbraak van het pigment wordt het pigment weer opgebouwd => ongevoelige periode
Slide 20 - Slide
Staafjes - rhodopsine
Na belichting wordt rhodopsine weer terug-
gevormd en kan het staafje weer opnieuw
belicht worden.
Nachtblindheid: terugvorming rhodopsine is
verstoord - duurt langer.
Slide 21 - Slide
Aan de slag
Maak de volgende opdrachten: 11 t/m 14 en 23 t/m 28