Functie verteringssap: Doden bacteriën + verteren van eiwitten
Slide 8 - Slide
Lever
Functie: o.a. Productie gal
Verteringssap: Gal
Functie verteringssap: Emulgeren van vetten (vet in kleine druppels verdelen)
Slide 9 - Slide
Alvleesklier
Functie: o.a. produceren alvleessap
Verteringssap: Alvleessap
Functie verteringssap: Verteren van eiwitten, koolhydraten, vetten
Slide 10 - Slide
Twaalfvingerige darm
Functie: Vervoer van maag naar dunne darm + toevoegen van gal en alvleessap
Verteringssap: -
Functie verteringssap: -
Slide 11 - Slide
Dunne darm
Functie: Verteren van voedsel + opnamen van voedingsstoffen in het bloed
Verteringssap: Darmsap
Functie verteringssap: Verteren van eiwitten en koolhydraten
Slide 12 - Slide
Blinde darm
Functie: -
Verteringssap: -
Functie verteringssap: -
Slide 13 - Slide
Dikke darm
Functie: Water opnemen in het bloed
Verteringssap:
Functie verteringssap:
Slide 14 - Slide
Endeldarm
Functie: Verzamelplaats voor onverteerbare resten
Slide 15 - Slide
Verteringssappen en wat ze verteren
Speeksel: zetmeel
Maagsap: eiwitten
Gal: vetten emulgeren
Alvleessap: Eiwitten, koolhydraten en vetten
Darmsap: Eiwitten, koolhydraten
Water, mineralen, vitamines en glucose hoeven niet verteerd te worden
Slide 16 - Slide
14 Quizvragen
Slide 17 - Slide
De taak van je verteringstelsel is?
A
zuurstof opnemen
B
bloed rond pompen
C
je beweging regelen
D
voedingsstoffen opnemen
Slide 18 - Quiz
Dayo heeft na het gebruik van antibiotica tegen zijn kiesontsteking last van diarree. Welk orgaan in het verteringstelsel werkt waarschijnlijk niet naar behoren?
A
De maag
B
De dunne darm
C
De alvleesklier
D
De dikke darm
Slide 19 - Quiz
Hoe wordt voedsel in het verteringstelsel verplaatst?
A
via peristaltische bewegingen
B
via zwaartekracht
Slide 20 - Quiz
Welk orgaan hoort niet bij het verteringstelsel?
A
Darm
B
Maag
C
Endeldarm
D
Hart
Slide 21 - Quiz
Hoe heet het laatste stukje darm van het verteringstelsel
A
dikke darm
B
twaalfvingerige darm
C
blinde darm
D
endeldarm
Slide 22 - Quiz
Welke organen in het verterings-stelsel maken de enzymen voor de vertering van zetmeel?
timer
0:20
A
speekselklieren, galblaas en dunne darm
B
maag, galblaas en dunne darm
C
speekselklieren, twaalfvingerige darm en dunne darm
D
speekselklieren, alvleesklier en dunne darm
Slide 23 - Quiz
Welk orgaan zorgt grotendeels voor de vertering van vetten?
A
Lever
B
Maag
C
Alvleesklier
D
Galblaas
Slide 24 - Quiz
In welk orgaan begint de vertering van vetten?
A
In de maag
B
In de galblaas
C
In de alvleesklier
D
In de 12-vingerige darm
Slide 25 - Quiz
in welk orgaan start de vertering van eiwitten?
A
mondholte
B
maag
C
twaalfvingerige darm
D
dunne darm
Slide 26 - Quiz
In welk orgaan worden, naast het verteren van eiwitten, ook bacteriën gedood?
A
Mondholte
B
Maag
C
Twaalfvingerige darm
D
Lever
Slide 27 - Quiz
In welk orgaan begint het verteren
A
slokdarm
B
mond
C
maag
D
twaalfvingerige darm
Slide 28 - Quiz
Wat zijn enzymen?
A
Hormonen zoals insuline.
B
Eiwitten die een reactie versnellen.
C
Vetten die helpen bij de vertering.
D
Stoffen die een orgaan aan het werk zetten.
Slide 29 - Quiz
Welke onderdelen horen bij de verteringstelsel?
A
Slokdarm, hart, lever, maag en dikke darm
B
Hart, hersens en lever
C
Slokdarm, lever, maag, dikke darm en dunne darm
D
Verteringstelsel bestaat niet
Slide 30 - Quiz
Op welke plek in het verteringstelsel worden de meeste verschillende voedingsstoffen verteerd?
A
Mond
B
Maag
C
12vingerige darm
D
dunne darm
Slide 31 - Quiz
Lesdoelen
- Je kunt de delen van het verteringsstelsel kunnen noemen met hun functies en kenmerken
- Je kunt de verteringssappen kunnen noemen met hun functies