Zelfstandige naamwoorden & naamvallen

1 / 32
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is een vocativus?
A
een functie
B
een naamval

Slide 21 - Quiz

Hoe ziet de accusativus meervoud van equus eruit?

Slide 22 - Open question

Het geslacht van groep 2B is
A
vrouwelijk
B
mannelijk
C
onzijdig
D
vrouwelijk + mannelijk

Slide 23 - Quiz

Hoe ziet de vocativus meervoud van puella eruit?

Slide 24 - Open question

Een accusativus is altijd een lijdend voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Vertaal:
Feminae deum vocant.

Slide 26 - Open question

'Onze vrienden geven ons een cadeau.'
In welke naamval zou het woord 'cadeau' staan?
A
accusativus
B
vocativus
C
nominativus
D
lijdend voorwerp

Slide 27 - Quiz

Hoe ziet de accusativus enkelvoud van 'nox' eruit?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide