palliatieve zorg

Wanneer krijg je palliatieve zorg?
A
Wanneer de arts/ specialist beoordeelt dat de zorgvrager niet langer heeft als 3 maanden
B
Op het moment dat de zorgvrager alles weigert (medicatie etc) en de zorg zich richt op comfort
C
Wanneer de zorgvrager niet meer aanspreekbaar is en niet meer reageert op pijnprikkels
D
Het begint op het moment wanneer het duidelijk is dat de zorgvrager sterft aan de ziekte/ aandoening
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wanneer krijg je palliatieve zorg?
A
Wanneer de arts/ specialist beoordeelt dat de zorgvrager niet langer heeft als 3 maanden
B
Op het moment dat de zorgvrager alles weigert (medicatie etc) en de zorg zich richt op comfort
C
Wanneer de zorgvrager niet meer aanspreekbaar is en niet meer reageert op pijnprikkels
D
Het begint op het moment wanneer het duidelijk is dat de zorgvrager sterft aan de ziekte/ aandoening

Slide 1 - Quiz

Welke zorgverleners zijn er NIET betrokken bij palliatieve zorg?
A
Fysiotherapie
B
Diëtist
C
Apotheker
D
Revalidatie/herstel specialist

Slide 2 - Quiz

Palliatieve zorg is hetzelfde als terminale zorg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat zijn GEEN tekenen van een naderende dood?
A
Koude en spitse neus
B
Reutelende ademhaling en cyanose
C
Onregelmatige ademhaling en cheyne stokes
D
Lijkstijfheid

Slide 4 - Quiz

Wie betaalt er NIET voor palliatieve zorg?
A
De eigen zorgverzekering
B
De WMO
C
De WLZ
D
Uit het eigen risico

Slide 5 - Quiz

Palliatieve sedatie is het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van de zorgvrager in zijn/ haar laatste levensfase
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de nadelen van sedatie? (Meerdere antwoorden goed)
A
Een dalend zuurstofgehalte
B
Alcoholistische dranken maken de werking minder
C
Ontremd reageren op de medicatie
D
Het verslaafd raken aan de medicatie

Slide 7 - Quiz

Wat is een zachte dood?
A
Euthanasie
B
Zonder pijn sterven
C
Door middel van snoezelen sterven
D
Comfortabel de laatste levensfase in gaan

Slide 8 - Quiz

Wat staat er centraal in het thema palliatieve zorg?
A
De ziekte en symptomen waar de zorgvrager mee te maken krijgt
B
De zorgvrager en zijn netwerk
C
Het beleid en de richtlijnen van de organisatie
D
Alle disciplines die de zorg velenen

Slide 9 - Quiz

Een HBO verpleegkundige mag een lichaam schouwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Hoe lang krijgt de zorgvrager palliatieve zorg?
A
Van 0 tot 3 maanden
B
Wanneer er een indicatie palliatieve zorg is weggegeven
C
Op het moment dat er duidelijk is dat je sterft aan een ziekte/ aandoening
D
Dit kun je niet vaststellen, ieder proces verloopt anders

Slide 11 - Quiz

Hoe ruikt iemand die stervende is?
A
Azijn en zuurkool
B
Zure bessen
C
Rotte witte kool en zweet
D
Aceton

Slide 12 - Quiz