This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Thema 7 - Opslag, uitscheiding en bescherming
GTL 4
Slide 1 - Slide
Thema 7 - Opslag, uitscheiding en bescherming
7.1 - Een constant inwendig milieu
7.2 - De lever
7.3 - De nieren
7.4 - De huid en het onderhuidse bindweefsel
7.5 - Afweer
7.6 - Transplantaties en bloedtransfusies
Slide 2 - Slide
7.4 - De huid en het onderhuidse bindweefsel
GTL 4
Herhaling
Slide 3 - Slide
Welke huidlaag houdt verdamping van water uit je lichaam tegen?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
Slide 4 - Quiz
Hoe helpen de bloedvaten in de lederhuid met het regelen van een constante lichaamstemperatuur?
A
Door vernauwen van de bloedvaten koel je je lichaam.
B
Door het verwijden van de bloedvaten koel je je lichaam
Slide 5 - Quiz
In welke laag van de huid liggen de zintuigen van de huid?
A
Alleen in de opperhuid.
B
Alleen in de lederhuid.
C
In de opperhuid en in de lederhuid.
D
Alleen in het onderhuids bindweefsel.
Slide 6 - Quiz
Welke laag van de huid bestaat uit dode cellen?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
Slide 7 - Quiz
Bij hoge temperatuur verliest het lichaam veel vocht door zweten. De zweetklieren krijgen water en opgeloste stoffen aangevoerd door bloedvaatjes in de huid.
Hoe heet de laag van de huid waarin deze bloedvaatjes zich bevinden?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Opperhuid
D
Lederhuid
Slide 8 - Quiz
7.5 - Afweer
GTL 4
Slide 9 - Slide
Doelen van deze paragraaf
Je kan omschrijven op welke manier antistoffen bescherming bieden tegen ziekteverwekkers
Je kan omschrijven op welke manier immuniteit kan ontstaan
Slide 10 - Slide
Wat is afweer?
Lichaamsvreemde stoffen kunnen je ziek maken:
- Bacterie
- Schimmel
- Virus
Infectie -> ziekteverwekker dringt je lichaamscellen binnen
Slide 11 - Slide
Algemene afweer
Koorts
Vroeger:
TBC (tuberculose) door bacterie, nu gedood door antibiotica
Slide 12 - Slide
Specifieke afweer
Slide 13 - Slide
Natuurlijke immuniteit
Jij bent ziek geweest
Je hebt antistoffen
aangemaakt tegen
die ziekte
Slide 14 - Slide
Natuurlijke immuniteit
Immuun = witte bloedcellen onthouden de antistof
Slide 15 - Slide
kunstmatige immuniteit
vaccinatie
dode of verzwakte ziekteverwekker
actieve immunisatie of passieve immunisatie
Slide 16 - Slide
Kunstmatige immuniteit
Vaccin: dode of verzwakte ziekteverwekker of antigenen
Actieve immunisatie
Slide 17 - Slide
Kunstmatige immuniteit
Serum: Antistoffen tegen bepaalde ziekteverwekkers
Passieve immuniteit
Slide 18 - Slide
Vragen?
Slide 19 - Slide
Wat is actieve immunisatie
A
Je lichaam maakt zelf antigenen tegen de ziekte
B
Je lichaam maakt zelf antistoffen tegen de ziekte.
C
Je krijgt niks ingespoten
D
Je krijgt een vaccin ingespoten
Slide 20 - Quiz
Welke uitspraak over de specifieke afweer is waar?
A
Antistoffen werken specifiek tegen 1 antigeen
B
Niet alle ziekteverwekkers hebben antigenen: daarom wordt je ziek
C
Alle typen witte bloedcellen kunnen ziekteverwekkers insluiten
D
De specifieke afweer komt meteen in actie bij een infectie
Slide 21 - Quiz
Je bent door een slang gebeten en je moet een spuitje met antigif krijgen. Wat voor soort immunisatie is dit?
A
Natuurlijke actieve immunisatie
B
Natuurlijke passieve immunisatie
C
Kunstmatige passieve immunisatie
D
Kunstmatige actieve immunisatie
Slide 22 - Quiz
Het toedienen van een vaccinatie hoort bij
A
Natuurlijke passieve immunisatie
B
Kunstmatige actieve immunisatie
C
Natuurlijke actieve immunisatie
D
Kunstmatige passieve immunisatie
Slide 23 - Quiz
Aan het werk
Maken:
7.5 - 23 t/m 28
Lezen:
7.6
Begrippen:
lichaamsvreemde stoffen
koorts
tuberculose
antistoffen
antigenen
immuun
natuurlijke immuniteit
vaccinatie
kunstmatige immuniteit
actieve immunisatie
serum
passieve immunisatie
Leerdoelen:
Je kan omschrijven op welke manier antistoffen bescherming bieden tegen ziekteverwekkers
Je kan omschrijven op welke manier immuniteit kan ontstaan