Schooltaalwoorden deel 1

We hebben met schooltaalwoorden geoefend. Welke weet je nog?
Typ er zoveel als je kunt!
1 / 19
next
Slide 1: Mind map
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

We hebben met schooltaalwoorden geoefend. Welke weet je nog?
Typ er zoveel als je kunt!

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Opdrachten
1. Wat betekent het woord? 
2. Welk woord hoort bij de betekenis?
3. Maak een zin met het moeilijke woord.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent 'bevat'?
A
is
B
heeft
C
hebben
D
zijn

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'constateren'?
A
concentreren
B
iets hebben
C
vaststellen
D
gevolgen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'beseffen'?
A
inzien
B
geschikt zijn
C
ontwerpen
D
samenstellen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'contrast'?
A
overeenkomst
B
bereid tot samenwerking
C
onderdeel
D
tegenstelling

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'definitie'?
A
samenhang
B
betekenis
C
omschrijving
D
voorgoed

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'corrigeren'?
A
schuin op de regel
B
nakijken en verbeteren
C
niet onderbroken
D
in een punt samenkomend

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welk schooltaalwoord heeft deze betekenis: 'tegen'?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Welk schooltaalwoord heeft deze betekenis: 'vermindering'?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Welk schooltaalwoord heeft deze betekenis: 'amusant, kort verhaal'?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Welk schooltaalwoord heeft deze betekenis: 'vullen met evenwijdige strepen'?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Welk schooltaalwoord heeft deze betekenis: 'in volgorde van tijd'?

Slide 13 - Open question

Achtereenvolgens
Welk schooltaalwoord heeft deze betekenis: 'in woorden uitleggen hoe iets gebeurt'?

Slide 14 - Open question

Beschrijven
Maak een zin met 'blijken'.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met 'confronteren'.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met 'cursief'.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met 'detail'.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Welke schooltaalwoorden heb je
vandaag geleerd?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions