This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Gedragsverandering
Slide 1 - Slide
Waarom gedragsverandering?
Binnen de agogische vakken van diverse welzijnsopleidingen wordt als methodiek voorlichting of advisering ingezet om gedrag te beïnvloeden.
Als begeleider ben je vaak bezig met thema’s waarbij cliënten bewust moeten worden van hun gedrag. Je doet een poging om het gedrag van cliënten te veranderen.
Aan de hand van een eigen gekozen probleemsituatie staat het beïnvloeden van ongezond groepsgedrag en de eigen leefstijl van de student en/of cliënt centraal.
Maar veranderen van gedrag doe je niet zomaar, de thematiek over gedragsverandering is een moeilijke materie. Zomaar ergens beginnen, geeft vaak weinig gewenste resultaten.
Het uiteindelijke doel is om te laten zien hoe je via een planmatige aanpak het gedrag van mensen kan beïnvloeden
Slide 2 - Slide
Voorbeelden gedrags-verandering:
Discriminatie
Drank/drugs gebruik
Roken
Onbeschermde seksuele contacten
Te weinig bewegen/te veel of ongezond eten
Social media verslaving
Pesten (liever niet vanwege de voorbeelden in deze reader)
Cyberpesten/sexting
Agressie/geweld/vandalisme
Stelen
Te veel geld uitgeven
Plannen / te laat komen
Slide 3 - Slide
Wat maakt het volgens jou zo lastig om gedrag (blijvend) te veranderen?
Slide 4 - Mind map
Wat is er nodig om gedrag blijvend te veranderen?
Slide 5 - Mind map
Waar gaat gedrags-verandering over?
Gedragsverandering gaan meestal nooit ineens maar vaak stap voor stap om gedrag of gewoontes te veranderen.
Veranderingen zijn pas duurzaam als iemand ook echt en voldoende gemotiveerd is om te veranderen. M.a.w. men moet het zelf écht willen. Dit heet intrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie, motivatie van buitenaf, werkt vaak maar van korte duur.
Slide 6 - Slide
Gedragsverandering Dit gaat niet over 1 nacht ijs..
Slide 7 - Slide
Wat lever je in?
Een verslag & Een fysieke ontwikkeltool
Slide 8 - Slide
Proceed - model
Het 6-stappenplan
Slide 9 - Slide
Vorm een tweetal. Ga in gesprek met je medestudent. Welk gedrag zou hij/zij graag willen veranderen? Iedere student uit het tweetal benoemt een probleem. Je moet dit probleem als begeleider wel daadwerkelijk kunnen aanpakken.
Beschrijf in je verslag:
1. Je maakt een korte omschrijving van het gedragsprobleem. - Wat houdt het gedrag precies in? Maak het concreet! - In welke situaties is dit gedrag zichtbaar? - Welke negatieve gevolgen heeft het gedrag? - Waarom is het gedrag een probleem voor jouw medestudent? En vormt het gedrag ook een probleem voor anderen?
2. Je maakt een korte beschrijving van jouw medestudent. Wie is het en wat typeert haar/hem?