W20 FA 3V les 27 Ch 5

Bienvenue 3V1
Semaine 20
Du 17 au 21 mai
Chapitre 5

1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bienvenue 3V1
Semaine 20
Du 17 au 21 mai
Chapitre 5

Slide 1 - Slide

La semaine dernière
  • Nous avons fait partie F écouter

Slide 2 - Slide

Cette semaine
  • Nous finirons partie F écouter.
  • Nous commençerons avec un nouveau sujet de grammaire.
  • Vous pouvez voir votre test de lecture.
  • Vous rendrez vos vlogs.

Slide 3 - Slide

Cette semaine
À la fin de cette semaine......
vous pouvez:
  • comprendre un interview.
  • utiliser l'adverbe.
vous savez :
  • du vocabulaire du sport en des hobbies.

Slide 4 - Slide

En classe
Chapitre 5 'Au pays des loisirs'
livre de textes p. 61
livre d'exercices B p. 23,24

Partie F                     écouter                ex 23



Slide 5 - Slide

En classe
Chapitre 5 'Au pays des loisirs'
livre de textes p. 64
livre d'exercices B p. 31

Partie I                    grammaire                explication



Slide 6 - Slide

Expliquer
l'adverbe - bijwoord
Het zegt iets over:
  • werkwoord                                => je joue mieux en équipe.
  • bijvoeglijk naamwoord       => elle est vraiment gentille.
  • ander bijwoord                       =>  il roule bien.
  • hele zin                                       => heureusement il a trouvé ses affaires.

Slide 7 - Slide

Expliquer
Vorm: (te herkennen aan - ment)
  1. neem het bijvoeglijk naamwoord                         
  2. eindigt het op een klinker, dan -ment erachter.
  3. eindigt het op een medeklinker, dan vrouwelijke vorm enkelvoud + ment.

        gratuit => gratuite => gratuitement
        joli        => joliment

Slide 8 - Slide

Maak van het bijv. nw. een bijwoord:

vrai

Slide 9 - Open question

Maak van het bijv. nw. een bijwoord:

fantastique

Slide 10 - Open question

Maak van het bijv. nw. een bijwoord:

sportif

Slide 11 - Open question

Maak van het bijv. nw. een bijwoord:

sérieux

Slide 12 - Open question

Expliquer
Natuurlijk zijn er uitzonderingen:

  • Eindigt een bijv. naamwoord op -ent => -emment
  • patient   => patiemment
  • Eindigt een bijv. naamwoord op -ant => -amment
  • élégant  => élégamment

  • En dan zijn er ook nog de volledige uitzonderingen:




Slide 13 - Slide

Expliquer
Natuurlijk zijn er uitzonderingen:



bijv. nw.
bijwoord
bon
bien
meilleur
mieux
mauvais
mal
gentil
gentiment
long
longtemps
rapide
vite / rapidement

Slide 14 - Slide

Maak van het bijv. nw. een bijwoord:

violent

Slide 15 - Open question

Maak van het bijv. nw. een bijwoord:

mauvais

Slide 16 - Open question

Maak van het bijv. nw. een bijwoord:

facile

Slide 17 - Open question

Maak van het bijv. nw. een bijwoord:

long

Slide 18 - Open question

En de laatste:
Maak van het bijv. nw. een bijwoord:
régulier

Slide 19 - Open question

En classe
Chapitre 5 'Au pays des loisirs'
livre de textes p. 64
livre d'exercices B p. 31

Partie I                    grammaire                ex 31, 32



Slide 20 - Slide

Ex 31b)
  1. vraiment    - bon
  2. rapidement  - prestigieux
  3. actuellement  - grande
  4. incroyablement  - belle
  5. longtemps  - amoureux
  6. malheureusement  - timide 

Slide 21 - Slide

Ex 31c)
  1. bijvoeglijk naamwoord  => malade
  2. werkwoord  => allée
  3. ander bijwoord  => mieux
  4. hele zin
  5. werkwoord  => communiqué
  6. bijvoeglijk naamwoord  => contents

Slide 22 - Slide

Ex 32a)
  1. doux  => douce
  2. lent  => lente
  3. actif  => active
  4. sérieux  => sérieuse
  5. sauvage
  6. gratuit  => gratuite
  7. bizarre
  8. passionné

Slide 23 - Slide

Ex 32b)
  1. doux  => doucement
  2. lent  => lentement
  3. actif  => activement
  4. sérieux  => sérieusement
  5. sauvagement
  6. gratuit  => gratuitement
  7. bizarrement
  8. passionnément

Slide 24 - Slide

Ex 32c)
  1. bien
  2. indépendamment
  3. premièrement
  4. gentiment
  5. longtemps
  6. mal

Slide 25 - Slide

Ex 32d)
  1. mal                => bijwoord; zegt iets over parle
  2. difficile        => bijvoeglijk nw.; zegt iets over ce
  3. violemment => bijwoord; zegt iets over réagi
  4. bon                => bijvoeglijk nw.; zegt iets over livre
  5. nerveuse    => bijvoeglijk nw.; zegt iets over elle
  6. rapidement => bijwoord;  zegt iets over conduit

Slide 26 - Slide

Ex 32e)
  1. mieux
  2. sérieusement
  3. facilement
  4. vraiment
  5. terriblement
  6. seulement

Slide 27 - Slide

Inzien toets
Mogelijk via Kwizl.

Slide 28 - Slide

Les devoirs
Af: Mercredi 26 mai
Faire: (dit staat ook in de planning in de ELO van Grandes Lignes)
Chap 5: le bilan + extra luisteren
Apprendre
Grammaire C ,G & I (livre de textes p. 58, 61, 64)
Deze week: vlog inleveren
à = tot en met
Het huiswerk maak je in je online werkboek en is af voor de eerste les van volgende week . Het wordt gecontroleerd!




Slide 29 - Slide

Leertips Vocabulaire
  • Leer je woordjes elke dag (10 min). Herhalen, herhalen, herhalen!
  • Begin met het doorlezen van de woordjes.
  • Vervolgens bedek je ze met een blaadje of je hand en overhoor je jezelf (mondeling).
  • Ken je alle woordjes?! Ga dan aan de slag via quizzlet, wrts of via Grandes Lignes online, etc. en overhoor jezelf.
  • Elke week krijg je er een nieuw stukje bij, blijf de eerdere stukjes wel herhalen!

Slide 30 - Slide