This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Bijwoord en Bijv. nw
Slide 1 - Slide
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
zegt iets over een zelfst. nw
la comida sana.
es una canción buena
Het komt in getal en geslacht met dit zelfst. nw. overeen.
Wat is een bijwoord?
Zegt iets over een werkwoord,
Comemos sanamente.
La cantante canta bien.
het is onveranderlijk.
Slide 2 - Slide
Adverbios en mente
Een bijwoord vorm je met:
--> 'o' naar een 'a' + mente
- rápido rápidamente
- completo completamente
--> een medeklinker + mente
- fácil facilmente
- total totalmente
--> een 'e' + mente
- probable probablemente
Slide 3 - Slide
Bijwoorden van hoeveelheid
demasiado = teveel
Luisa trabaja demasiado.
mucho = veel
Ana viaja mucho.
bastante = aardig wat/tamelijk veel
Pedro estudia bastante
poco = weinig
Rosa estudia poco.
Wat zijn bijwoorden?
woorden die iets zeggen over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Ze zijn onveranderlijk.
Slide 4 - Slide
muy en mucho
muy is een bijwoord en staat voor een bijvoeglijk naamwoord. Het betekent dan "heel" of "erg".
mucho(veel) als bijwoordzegt iets over een werkwoord. Het is dan onveranderlijk. vb: Juan trabaja mucho.
mucho als bijvoeglijk naamwoordzegt iets over een zelfstandig naamwoord. In dat geval past het zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij staat.