What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Samenvatting H4
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat is het uitleggend tekstverband?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
met welk tekstdoel is een stripverhaal gemaakt?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Hoe herken je een hoofdzin?
A
alle werkwoorden staan aan het eind
B
Het onderwerp 'doet' iets
C
pv en onderwerp staan naast elkaar
D
er staat maar pv werkwoord in
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Wat is het mv?
Tobias gaf bloemen aan zijn jarige juf.
A
Tobias
B
zijn jarige juf
C
bloemen
D
aan zijn jarige juf
Slide 12 - Quiz
hoe vind je het mv?
A
alles wat overblijft na het lv
B
zin in de verleden tijd zetten
C
aan/voor proef
D
pv - proef
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Wat is ONJUIST
Een voegwoord ....
A
staat altijd na een komma
B
voegt twee zinsdelen samen
C
voegt twee zinnen samen
D
verbindt hoofd- en bijzin
Slide 15 - Quiz
Zodra het startschot klonk, sprintten de atleten naar de eindstreep.
Het voegwoord in deze zin is ...
A
Zodra
B
klonk
C
sprintten
D
naar
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Een onderwerpsvorm is wanneer een persoonlijk voornaamwoord ...
A
onderwerp is
B
voorwerp is
C
lv is
D
lv of mv is
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
'Ik zie dat dit jou fiets is'.
Deze zin is...
A
goed
B
fout
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Vul het juiste woord in ...
Karin had mij haar fiets ....
A
geleent
B
geleend
Slide 24 - Quiz
Vul het juiste woord in ...
Timo had al de hele week om snoep ....
A
gezeurt
B
gezeurd
Slide 25 - Quiz
Vul het juiste woord in ...
In deze straat .... nooit wat.
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 26 - Quiz
Vul het juiste woord in ...
De overvaller had niemand ..
A
bedreigt
B
bedreigd
Slide 27 - Quiz
Vul het juiste woord in ...
De oplichter had zijn eigen moeder ..
A
bedriegt
B
bedriegd
C
bedrogen
D
bedregen
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
het juiste verkleinwoord van baby is ...
A
babietje
B
babie'tje
C
babytje
D
baby'tje
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
De 'ontzetting' is ...
A
een botsing
B
een wegversperring
C
hevige schrik
D
spijt
Slide 33 - Quiz
De 'schacht' is ...
A
een touw
B
een steel
C
een harde klank
D
een trap
Slide 34 - Quiz
'Onder het oog van' betekent ...
A
tijdens een operatie
B
stiekem
C
terwijl iemand toekijkt
D
dat je controleert
Slide 35 - Quiz
'potentieel' betekent ...
A
mogelijk
B
teveel
C
verdacht
D
draaiend
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Slide
More lessons like this
4.8 Grammatica woordsoorten: psv + bzv
March 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
4.8 Grammatica woordsoorten: vw + psv
March 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1HV 4.8 Grammatica woordsoorten: psv + bzv
March 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1HV 4.8 Grammatica woordsoorten: vw + psv
March 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
herhalingsles lidwoorden/onderlijnen/onderstrepen/werkwoorden simpel
January 2024
- Lesson with
15 slides
Okan
Secundair onderwijs
BE1 4.8 Grammatica woordsoorten: psv + bzv
April 2022
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhalingstoets Nederlands
December 2020
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Groep 5-6 | taal | voegwoorden
August 2024
- Lesson with
47 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
NTC DEF@ctO nl E.E