Quizje hfst. 1

We spreken van een markt als er ...
A
een fysiek product verhandeld wordt
B
sprake is van vraag en aanbod
C
er een evenwichtsprijs tot stand komt
D
één plaats is waar een product verhandeld wordt
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

We spreken van een markt als er ...
A
een fysiek product verhandeld wordt
B
sprake is van vraag en aanbod
C
er een evenwichtsprijs tot stand komt
D
één plaats is waar een product verhandeld wordt

Slide 1 - Quiz

De arbeidsmarkt is een voorbeeld van een concrete markt
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Welk kenmerk is geen bepalende factor voor de marktstructuur?
A
aantal aanbieder
B
hoogte toetredingsdrempels
C
infrastructuur
D
mate van productdifferentiatie

Slide 3 - Quiz

We spreke van een dominante aanbieder als deze een marktaandeel heeft van meer dan ....
A
25%
B
35%
C
50%
D
65%

Slide 4 - Quiz

Thee en koffie zijn voorbeelden van
A
homogene producten
B
heterogene producten
C
gedifferentieerde producten
D
onafhankelijke producten

Slide 5 - Quiz

Leveranciers van telecomdiensten, zoals KPN en Ziggo, bieden homogene producten aan.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

De marktvorm volkomen concurrentie ...
A
bestaat uit vier verschillende markten
B
komt in de praktijk veel voor
C
heeft heterogene producten
D
heet ook wel volledige mededinging

Slide 7 - Quiz

Bij volkomen concurrentie zijn de aanbieders hoeveelheidsaanpassers
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

De aanbieder op de marktvorm monopolie ...
A
is volledig vrij in het bepalen van de prijs
B
biedt een heterogeen product aan
C
is een hoeveelheids-aanpasser
D
is een prijszetter

Slide 9 - Quiz

Alleen bij de marktvorm monopolie is de aanbieder een prijszetter
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een oligopolie?
A
veel aanbieders
B
producten kunnen zowel heterogeen als homogeen zijn
C
aanbieders zijn prijszetters
D
prijs wordt bepaald door vraag en aanbod

Slide 11 - Quiz

Bij monopolistische concurrentie is het aantal aanbieders het enige verschil met volkomen concurrentie
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz