H 4.4_Wie doet wat?

  • Tweetallen maken
  • Een idee, wat gaan jullie beginnen?
  • Waarom, wat wil je bereiken
  • Visie, doelstelling
  • Ondernemingsvorm, waarom motiveren?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  • Tweetallen maken
  • Een idee, wat gaan jullie beginnen?
  • Waarom, wat wil je bereiken
  • Visie, doelstelling
  • Ondernemingsvorm, waarom motiveren?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen par. 4.4:
> Je kunt uitleggen waarom binnen een bedrijf de taken zijn verdeeld;
> Je kunt met een organogram de structuur van een bedrijf uitleggen;
> Je kunt voorbeelden geven van staf- en lijnfuncties;
> Je kunt uitleggen op welke manieren je een organisatie kunt indelen.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Intro
2. Lesdoelen
3. Uitleg over organogram (organisatieschema)
4. Opdracht maken
5. Bespreken
6. Aan de slag met werkstuk
    (wie met wie?)

Slide 4 - Slide

In een organisatie hebben verschillende mensen verschillende taken.
We onderscheiden:
  • Leidinggevende functies
  • Uitvoerende functies
  • Adviserende functies

Eenheid van bevel geeft duidelijkheid.
Eenheid van bevel = iedereen heeft slechts één leidinggevende en het is dan ook duidelijk wie de leiding geeft aan wie (--> = de lijn!)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Organogram
Een organogram is een schematische voorstelling van een organisatie.  Hierin wordt weergegeven:

  • Wie heeft de leiding binnen het bedrijf, wie is er verantwoordelijk?
  • Welke functies zijn er binnen het bedrijf?
  • Welke opleidingen heb je nodig om de functie uit te voeren?
  • Wat voor salaris past er binnen de verschillende functies?

Organogram = Organisatieschema

Slide 7 - Slide

Uitvoerende functie = functie waarbij je zelf taken uitvoert
Leidinggevende functie = functie waarbij je leiding geeft aan anderen
Adviserende functie = functie waarbij je advies geeft aan anderen


Lijnfunctie = functie in de organisatie die direct bijdraagt aan de
 kern(doelen) van de organisatie. 
Staffunctie = functie waarbij je anderen ondersteunt, bijv. door onderzoek te doen, te adviseren of zaken voor te bereiden. 
Functies in een organisatie

Slide 8 - Slide

Staffunctie
Lijnfunctie
Draagt direct bij aan de kern van de organisatie (verkoopafdeling)
Ondersteunt de organisatie
(administratie, personeelszaken)

Slide 9 - Slide

F, G, P, M Indeling 
Organogram op basis van:
F:  Functionele indeling: op functie zelf
G : Geografische criteria: bijvoorbeeld o.b.v. landen of provincies
P : Product indeling: bijvoorbeeld o.b.v. televisie, telefoons en computers
M : Markt indeling: naar doelgroepen: bijvoorbeeld 12 tot 18 jaar

Slide 10 - Slide

Maken opdrachten 
Je hebt 10 minuten de tijd voor het maken van 
opdrachten 46 en 47



timer
5:00

Slide 11 - Slide

Bespreken opdrachten 46 en 47

Slide 12 - Slide

Huiswerk volgende les
Paragraaf 4.4: Maken opdrachten 
48, 50, 51 en 53


Slide 13 - Slide

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
> Je kunt uitleggen waarom binnen een bedrijf de taken zijn verdeeld.
> Je kunt met een organogram de structuur van een bedrijf uitleggen;
> Je kunt voorbeelden geven van staf- en lijnfuncties;
> je kunt uitleggen op welke manieren je een organisatie kunt indelen.

Probeer de volgende vragen te beantwoorden zonder het boek te gebruiken.

Slide 14 - Slide

In welk van de onderstaande organisaties heeft het niet zoveel zin om een organogram te maken?
A
Internationaal transportbedrijf
B
Scholengemeenschap
C
Eenmansbedrijf
D
Gemeente

Slide 15 - Quiz

Stelling I: Een organogram geeft aan wie de leiding heeft en wie welke functie heeft in een bedrijf
Stelling II: Een lijnfunctie is een ondersteunende functie in de organisatie
A
Stelling I is juist, stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist, stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn juist
D
Stelling I en II zijn onjuist

Slide 16 - Quiz

Een medewerker die opdrachten uitvoert heeft een functie boven in het organogram.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Cato Klein heeft een eigen tassenfabriek. Haar man Stef doet de administratie, Zus Elle doet de marketing en haar moeder coördineert het naaiatelier. Wat is onjuist?
A
Stef heeft een staffunctie
B
Cato staat boven aan het organogram
C
Elle heeft geen lijnfunctie
D
Moeder doet uitvoerend werk

Slide 18 - Quiz

Hiernaast zie je een organogram. Wie is de leidinggevende van de yogainstructeur?
A
die heeft hij niet
B
fitnessinstructeur
C
directeur
D
bedrijfsleider

Slide 19 - Quiz

Stelling I : De afdeling personeelszaken, de afdeling marketing en de administratie zijn voorbeelden van een lijnfunctie
Stelling II : De afdeling productie en verkoop zijn voorbeelden van een staffunctie
A
Stelling I is juist, stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist, stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn juist
D
Stelling I en II zijn onjuist

Slide 20 - Quiz