4H §3.1 Economie van de stad

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4H §3.1 Economie van de stad

4H §3.1 Economie van de stad

Ik deel deze les ook, zodat je de informatie erin kunt opzoeken, later. In die gedeelde versie vind je ook 2 video's.

Met alleen mijn HAVO-diploma heb ik -in de kenniseconomie- een voorsprong op anderen

Ja

Nee

IN Nederland hebben mensen ouder de 50 jaar een voorsprong in de kenniseconomie

Ja

Nee

Video aan het eind van de gedeelde versie

In diensten (tertiaire sector) zijn salarissen hoger dan in industrie (secundaire sector) en landbouw (primaire sector).

Deze mindmap kun je opnieuw bekijken in de gedeelde versie van deze les.

bron 6

bron 7

Haarlem is geen creatieve stad en zal daardoor -in de toekomst- een slechte economische ontwikkeling doormaken.

Eens

Onzin

Stedelijke voorzieningen

Science parks

Duale arbeids-markt

Kenniseconomie heeft 

voordelen en nadelen

Hoofdvraag §3.1

Volgorde: 1d - 1e - 1b

1d. Welke gevolgen zal de ontwikkeling naar een kenniseconomie hebben voor de samenstelling van de stadsbevolking in de toekomst?

In de kenniseconomie ontstaat een duale arbeidsmarkt. Er is weinig goedbetaald werk voor laagopgeleide mensen, en wel veel voor hoogopgeleide mensen. Als het wonen in de stad te duur wordt, zullen de laagopgeleide mensen verhuizen.

1e. Stellingen:
1. De overheid moet arme mensen ondersteunen zodat ook zij in de steden kunnen blijven wonen.
2. De steden zullen er flink van opknappen als laagopgeleide mensen er wegtrekken.

Bepaal voor jezelf met welke stelling je het eens bent, noteer twee argumenten voor je mening.

1b. Wat zijn de oorzaken voor de ontwikkeling van de stad van industrieel centrum naar centrum van zakelijke dienstverlening?

De industrie vertrok na 1975 eerst naar buiten de stad en daarna naar lagelonenlanden. Daardoor ontstond ruimte in de stad voor bedrijven in de zakelijke dienstverlening en de creatieve sector.

Heb je nog vragen over de §3.1?