This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.
Voor een correcte werkwoordspelling, moet je altijd eerst een belangrijke vraag stellen. Namelijk:
heb ik te maken met een persoonsvorm???
persoonsvorm in vt met
't kofschip
*niet in 't kofschip dan +de(n)
verfte of verfde ? verven-en = verv v niet ! daarom verfde
grijnste of grijnsde ? grijnzen-en = grijnz z niet ! dus grijnsde