B0 SO taalverzorging: herhaling werkwoordspelling deel 2

SO Taalverzorging
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

SO Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Let op!!!
Volgende week: SO Taalverzorging

B07: dinsdag 1 juni
B08: donderdag 3 juni
B09: woensdag 2 juni
Noteer in je planner!

Slide 2 - Slide

Leerstof SO taalverzorging
• 14.1.1 hoofdletters en kleine letters
• 14.1.2 punt, vraagteken en uitroepteken
• 14.1.3 komma
• 14.1.4 dubbele punt
• 14.2.20 meervoud van zelfstandige naamwoorden
• 14.3.1 werkwoorden vervoegen
• 14.3.2 werkwoorden vervoegen
• 14.3.3 persoonsvorm tegenwoordige tijd
• 14.3.4 stam
• 14.3.5 persoonsvorm verleden tijd
• 14.3.6 voltooid deelwoord
• 16.1.9 gebruik passende signaalwoorden
• Alle gemaakt opdrachten

Slide 3 - Slide

Leerstof SO taalverzorging
• 14.1.1 hoofdletters en kleine letters
• 14.1.2 punt, vraagteken en uitroepteken
• 14.1.3 komma
• 14.1.4 dubbele punt
• 14.2.20 meervoud van zelfstandige naamwoorden
• 14.3.1 werkwoorden vervoegen
• 14.3.2 werkwoorden vervoegen
• 14.3.3 persoonsvorm tegenwoordige tijd
• 14.3.4 stam
• 14.3.5 persoonsvorm verleden tijd
• 14.3.6 voltooid deelwoord
• 16.1.9 gebruik passende signaalwoorden
• Alle gemaakt opdrachten
Te vinden in map "Taalverzorging" bij bestanden in Teams.

Slide 4 - Slide

Deze week:
Herhaling stof SO Taalverzorging. Zorg dat je je dunne taalverzorgingsboek in de buurt hebt.

Slide 5 - Slide

Deze les:
Herhaling werkwoorden vervoegen & werkwoordspelling, deel 2
Theorie 14.3.4 t/m 14.3.6 (bladzijde 156-157).
Opdrachten bladzijde 70 - 79.

Slide 6 - Slide

Spelling van....
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Voltooid deelwoord

Slide 7 - Slide

Deel 1: spelling persoonsvorm verleden tijd (vt)

Slide 8 - Slide

Een andere naam voor 'zwakke werkwoorden' is 'regelmatige werkwoorden'.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Zwakke werkwoorden (regelmatige werkwoorden) zijn werkwoorden die in de verleden tijd dezelfde klank behouden.

Bijvoorbeeld:
fietsen - fietsten
bellen - belden
wandelen - wandelden
tillen - tilden


Slide 11 - Slide

Je kijkt naar de laatste letter van de stam om te bepalen of je een zwak werkwoord in de verleden tijd met -te(n) of -de(n) schrijft.
Dit is:
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Stam
Om te bepalen of je de verleden tijd (vt) van een zwak werkwoord met -de(n) of -te(n) schrijft, moet je eerst de stam van het werkwoord maken. Hoe doe je dat ook alweer?

Slide 13 - Slide

Leg (kort) uit hoe je de stam van een werkwoord kunt maken:

Slide 14 - Open question

Stam... en dan?
Je hebt de stam van het werkwoord gevonden. Vervolgens kijk je naar de laatste letter. Welk ezelsbruggetje gebruik je om vervolgens te bepalen of je -te(n) of -de(n) schrijft?

Slide 15 - Slide

Welk woord gebruik je als ezelsbruggetje?

Slide 16 - Mind map

't ex-kofschip
't sexy fokschaap

Slide 17 - Slide

Als de stam van een werkwoord op -p eindigt, dan schrijf je de verleden tijd met -de(n)
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Bijvoorbeeld 'stampen'

1. stam = stamp
2. laatste letter = 'p'
3. 'p' komt voor in 't kofschip (of 't sexy fokschaap)
4. verleden tijd = stampTEN

Slide 19 - Slide

Als de stam van een werkwoord op -t eindigt, dan schrijf je de verleden tijd met -te(n).
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Bijvoorbeeld 'planten'

1. stam = plant
2. laatste letter = 't'
3. 't' komt voor in 't kofschip (of 't sexy fokschaap)
4. verleden tijd = plantTEN

Slide 21 - Slide

Zet de stappen van 't kofschip in de goede volgorde 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Controleer of de laatste letter (medeklinker) in 't kofschip zit of niet
Kijk naar de laatste letter van de stam
Neem de stam van het werkwoord
Medeklinker wel in 't kofschip? >schrijf +te(n)
Medeklinker niet in 't kofschip? >schrijf +de(n)

Slide 22 - Drag question

Deel 2: spelling voltooid deelwoord

Slide 23 - Slide

Sterk werkwoord? 'Luister' naar het woord:

Je kunt horen hoe je het voltooid deelwoord schrijft:
(bakken)                  Ik heb een taart gebakken.
(eten)                        Daarna hebben we de taart gegeten.
(drinken)                  We hebben er cola bij gedronken.

Slide 24 - Slide

Voltooid deelwoord
Bij een zwak werkwoord kun je de spelling niet horen: het voltooid deelwoord eindigt op een t-klank. 
Je schrijft soms een t, soms een d.
Gebruik ook dan het hulpmiddel: 't ex-kofschip.

Slide 25 - Slide

't ex-kofschip
verwennen:
1. de stam is verwenn
2. laatste letter is een n deze zit niet in 't ex-kofschip
3. dus een d --> is verwend

Slide 26 - Slide

't ex-kofschip
missen
1. de stam is miss
2. laatste letter is een s deze zit wel in 't ex-kofschip
3.dus een t --> heb gemist

Slide 27 - Slide

Schrijf op: vissen
1. stam
2. laatste letter
3. het voltooid deelwoord

Slide 28 - Open question

Schrijf op: verhuizen
1. stam
2. laatste letter
3. het voltooid deelwoord

Slide 29 - Open question

Schrijf op: struikelen
1. stam
2. laatste letter
3. het voltooid deelwoord

Slide 30 - Open question

Je weet nu...
hoe je 't ex-kofschip kunt gebruiken om de persoonsvorm verleden tijd  en het voltooid deelwoord juist te kunnen spellen.

Slide 31 - Slide

Voorbereiding SO
Dit onderdeel van de SO Taalverzorging goed voorbereiden? 
  • Leer de theorie ( 14.3.4 - 14.3.6, blz. 156-157).
  • Bekijk de bijbehorende gemaakte opdrachten (blz. 70-79).

Slide 32 - Slide

Extra oefening?
https://www.jufmelis.nl/werkwoordspelling/voltooid-deelwoord/voltooid-deelwoord-1

https://www.cambiumned.nl/theorie/spelling/werkwoordspelling/de-spelling-van-de-persoonsvorm-in-de-verleden-tijd/

Slide 33 - Slide