2MH: H2 §1 Nationalisme

1 / 28
next
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

H2 §1 Nationalisme
Welkom!



2MH

Slide 2 - Slide

Leerdoel
  • Je kunt uitleggen hoe het dagelijks leven in de 19e eeuw veranderde door allerlei uitvindingen.
  • Je kunt met een voorbeeld uitleggen wat nationalisme is.
  • Je kunt met twee voorbeelden uitleggen dat nationalisme leidde tot spanningen en nieuwe grenzen in Europa.
Planning
  • Terugblik
  • Moderne samenleving
  • Nationalisme
  • Gevolgen nationalisme
  • Nationalisme in Nederland
  • Plus krantjes en Polls

Slide 3 - Slide

Wat waren ook al weer
gevolgen van Industrialisatie?

Slide 4 - Mind map

Moderne Samenleving
  • Producten goedkoper
  • Massaproductie
  • Sneller van A naar B (Kleinere wereld)
  • Elektriciteit zorgde voor een comfortabeler leven
  • Makkelijker communiceren (Telegram, 1900 telefoon en 1920 radio)
  • Minder sterfgevallen (Betere hygiëne en medicijnen)

Slide 5 - Slide

Liefde voor volk en vaderland
  • Saamhorigheid/verbonden door zelfde taal en cultuur in een gebied
  • Trots voor je eigen land, volk en cultuur = Nationalisme
  • Standbeelden, schilderijen en verhalen
  • Oók op scholen door geschiedenis en taal

Slide 6 - Slide

Noteer in je schrift hoe je Nationalisme herkent in het krantenartikel

Slide 7 - Slide

Gevolgen van nationalisme
  1. Superioriteitsgevoel: sterker, beter, beschaafder, dapperder en slimmer
  2. Wens voor eigen land voor eigen volk:
  • Veel volken in één land
  • Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk
  • Óf juist volken verdeeld 
  • Italianen en Duitsers

Slide 8 - Slide

Wat gebeurd met een volk dat verdeeld is over meerdere landen?
Niks
Komen samen en wordt sterker
Valt uiteen

Slide 9 - Poll

Wat gebeurd met een land dat veel volken bevat?
Niks
Komen samen en wordt sterker
Valt uiteen

Slide 10 - Poll

Ottomaanse Rijk
Veel volken in één land.
Gevolg: Het land valt uiteen
Duitsland
Eén volk verdeeld over meerdere landen
Gevolg: Ze komen samen en vormen één land

Slide 11 - Slide

Nationalisme in Nederland
1815: Oude Republiek                                                         Zuidelijke Nederlanden (België) +         
        -------------------------------------------
         Koninkrijk der Nederlanden

  • Noorden Protestants, Zuiden Katholiek
  • Zuiden economisch sterker
  • Koning Willem I                                probeerde eenheid te                              krijgen door het invoeren                             van één taal

  • Mislukte                                                         1830: België onafhankelijk

Slide 12 - Slide

1
2
Noteer in je schrift hoe je Nationalisme en welke gevolgen hiervan herkent in het krantenartikel

Slide 13 - Slide

Nationalisme is de oorzaak van veel problemen in de wereld
Voor
Tegen

Slide 14 - Poll

Nationalistisch zijn is een goed iets
Voor
Tegen

Slide 15 - Poll

Nederlanders zouden meer nationalistisch moeten zijn
Voor
Tegen

Slide 16 - Poll

Les 2
Eerst nog even:
HW Oriëntatie bespreken
 vorige 3 dia's bespreken

Slide 17 - Slide

1851: Eerste Wereldtentoonstelling in Londen
Laten hun producten zien en hun grote bloei

Slide 18 - Slide

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 19 - Quiz

Wat is nationalisme?
A
Geweld voor je vaderland
B
Mijn vaderland is het beste!
C
Voor je eigen voetbal elftal zijn
D
Je land willen uitbreiden voor grondstoffen

Slide 20 - Quiz

Europa na Napoleon

Slide 21 - Slide

Europa na Napoleon
Leerdoelen
1. Je weet hoe grote staten in Europa de vrede bewaakten
2. Je kunt beschrijven hoe het nationalisme opkwam
3. Je weet hoe de Frans-Duitse oorlog ontstond en verliep
4. Je weet hoe de internationale spanningen toenamen

Onderwerp
De politiek-maatschappelijke stromingen (denkrichtingen)

Slide 22 - Slide

1. Grote staten
  • Congres van Wenen (1814-1815)
  • Na de nederlaag van Napoleon wordt Europa opnieuw verdeeld

  • Alles beslist door 5 mogendheden, namelijk Oostenrijk, Rusland, Pruisen, Groot-Brittannië en Frankrijk (?)

  • Frankrijks buren werden versterkt om vrede te houden
  • Vaak conferenties organiseren om vrede te houden

  • 19e eeuw wordt de meest vreedzame eeuw uit de Europese geschiedenis

  • Het Ottomaanse rijk deed niet mee, omdat het niet meer zo sterk was in Europa

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

2. Volken en staten
  • Nationalisme
  1. Liefde voor het eigen volk
  2. Streven naar een eigen natiestaat (staat van 1 volk)

  • Italië en Duitsland bestaan nog steeds uit veel verschillende gebieden en dat is niet wat nationalisten willen en Rusland krijgt er gebied bij. Er wordt dus besloten vanuit vorsten en edelen en niet vanuit het volk.
  • Ook het Ottomaanse rijk is een multi-etnische staat (veelvolkenstaat)

  • Het nationalisme groeit sterk na 1815 -> Griekenland, Italië en België worden daarna onafhankelijk

Slide 25 - Slide

3. Frans-Duitse oorlog (1870-1871)
  • In de Duitse staten groeit het nationalisme                                  -> ze willen een verenigd Duitsland met macht voor burgerij

  • Opstanden vinden plaats, maar gestopt door het leger

  • Kanselier Bismarck belooft de Duitse eenheid en denkt dat een oorlog met Fra helpt, omdat de Fransen werden gehaat na Napoleon. Frankrijk wilde ook oorlog.

  • 1870: Fra verklaart de oorlog na een beledigende brief van Bismarck en het werd een bloedbad door nieuwe wapens.

  • Dui wint en Fra moet Elzas-Lotharingen afstaan en een geldbedrag bestalen. Duitsland wordt een eenheid.






Slide 26 - Slide

4. Internationale spanningen
  • Frankrijk wilt wraak, groeiende macht van Rusland en wilde het Ottomaanse rijk veroveren.
  • Ottomaanse rijk: 'de zieke man van Europa'. -> het rijk wordt steeds zwakker

  • Conflicten tussen Bosnië en Servië

Slide 27 - Slide

Huiswerk
Zelfstandig werken
§1 opdracht 1, 2, 5 t/m 10 (11 alleen H)
+ Schriftelijk leren



Slide 28 - Slide