6.1 - Europa na Napoleon

De stof voor het proefwerk in toetsweek 2 bestaat uit:

- H5.1 tot en met 5.4 (hebben jullie al geleerd)
- H6.1 en 6.3
       - 6.1 gaat over nationalisme en relaties tussen landen
       - 6.3 gaat over imperialisme van Westerse wereldrijken

1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De stof voor het proefwerk in toetsweek 2 bestaat uit:

- H5.1 tot en met 5.4 (hebben jullie al geleerd)
- H6.1 en 6.3
       - 6.1 gaat over nationalisme en relaties tussen landen
       - 6.3 gaat over imperialisme van Westerse wereldrijken

Slide 1 - Slide

H6 Nationalisme en imperialisme
De tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Slide 2 - Slide

1851: Eerste Wereldtentoonstelling in Londen
Laten hun producten zien en hun grote bloei

Slide 3 - Slide

Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

Slide 4 - Quiz

Wat is nationalisme?
A
Geweld voor je vaderland
B
Mijn vaderland is het beste!
C
Voor je eigen voetbal elftal zijn
D
Je land willen uitbreiden voor grondstoffen

Slide 5 - Quiz

6.1 - Europa na Napoleon

Slide 6 - Slide

6.1 Europa na Napoleon
Leerdoelen
1. Je weet hoe grote staten in Europa de vrede bewaakten
2. Je kunt beschrijven hoe het nationalisme opkwam
3. Je weet hoe de Frans-Duitse oorlog ontstond en verliep
4. Je weet hoe de internationale spanningen toenamen

Onderwerp
De politiek-maatschappelijke stromingen (denkrichtingen)

Slide 7 - Slide

1. Grote staten
Congres van Wenen (1814-1815)
Na de nederlaag van Napoleon wordt Europa opnieuw verdeeld

-> alles werd beslist door 5 mogendheden, namelijk Oostenrijk, Rusland, Pruisen, Groot-Brittannië en Frankrijk (?)

- Frankrijks buren werden versterkt om vrede te houden
- Vaak conferenties organiseren om vrede te houden

-> 19e eeuw wordt de meest vreedzame eeuw uit de Europese geschiedenis

Het Ottomaanse rijk deed niet mee, omdat het niet meer zo sterk was in Europa

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

2. Volken en staten
Nationalisme
- Liefde voor het eigen volk
-  Streven naar een eigen natiestaat (staat van 1 volk)

Italië en Duitsland bestaan nog steeds uit veel verschillende gebieden en dat is niet wat nationalisten willen en Rusland krijgt er een gebied bij. Er wordt dus besloten vanuit vorsten en edelen en  niet vanuit het volk.
Ook het Ottomaanse rijk is een multi-etnische staat (veelvolkenstaat)

Het nationalisme groeit sterk na 1815 -> Griekenland, Italië en België worden daarna onafhankelijk

Slide 10 - Slide


Maak vragen 1 tot en met 4 van 6.1 in het online werkboek

Slide 11 - Slide

3. Frans-Duitse oorlog (1870-1871)
In de Duitse staten groeit het nationalisme
-> ze willen een verenigd Duitsland met macht voor de burgerij

Opstanden vinden plaats, maar worden gestopt door het leger

Kanselier Bismarck belooft de Duitse eenheid en denkt dat een oorlog met Fra helpt, omdat de Fransen werden gehaat na Napoleon. Frankrijk wilde ook oorlog.

1870: Fra verklaart de oorlog na een beledigende brief van Bismarck en het werd een bloedbad door nieuwe wapens.

Dui wint en Fra moet Elzas-Lotharingen afstaan en een geldbedrag betalen. Duitsland wordt een eenheid.






Slide 12 - Slide

4. Internationale spanningen
Frankrijk wilt wraak, groeiende macht van Rusland en wilde het Ottomaanse rijk veroveren.

Ottomaanse rijk: 'de zieke man van Europa'.
-> het rijk wordt steeds zwakker

Conflicten tussen Bosnië en Servië

Slide 13 - Slide