Als er maar
één werkwoord (= pv) in een zin staat, kan dat ene werkwoord
een zelfstandig werkwoord of
een koppelwerkwoord zijn.
Is het werkwoord een vorm van zijn, worden, blijven, blijken, lijken of schijnen en zegt het wat iemand of iets is, wordt, blijkt enzovoort? Dan is het een koppelwerkwoord:
- Henk is (kww) een aardige man.
- Olivia wordt (kww) boos.
- Die agenten bleven (kww) geduldig.
- Deze films bleken (kww) erg saai.