§3.2 deel 2

Hoofdstuk 3: Steden 
§ 3.2 deel 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Steden 
§ 3.2 deel 2

Slide 1 - Slide

Lesplanning 
Aanwezigheid en boekencontrole

Mededelingen:

Uitleg §3.2 ‘De wereld van de grote stad’

Maak van §3.2 opdracht 5 t/m 8

Lesdoelencheck

Slide 2 - Slide

Lesdoelvragen van deze les
  1. Wanneer wordt een stad een primate city genoemd?
  2. Welke 2 vestigingsplaatsfactoren spelen een rol bij steden?
  3. Noem van welke vestingsplaatsfactor een voorbeeld
  4. Wat verklaard deze twee verstingsplaatsfactoren?

Slide 3 - Slide

Primate City
Primate City = De voornaamste stad

Is een stad die qua inwoneraantal veel groter is dan alle andere steden in het land.

Slide 4 - Slide

Is Lagos een Primate City? Leg je antwoord uit

Slide 5 - Open question

Wat zie je?
Stedelijknetwerk

De steden zijn verbonden met elkaar door:
  • wegen
  • spoor
  • riveren/kanalen
  • vliegveld

Slide 6 - Slide

Vestigingsplaatsfactoren van steden

1. Site



Natuurlijke kenmerken
Hierdoor wordt een plek aantrekkelijk of juist niet aantrekkelijk om een stad te vestigen
  • hoogteligging en reliëf
  • aanwezigheid grondstoffen
  • vruchtbaarheid 
  • ligging (kust, oever rivier)

Menselijke kenmerken
  • bevolkingsdichtheid
  • opleidingsniveau 
Wanneer deze twee aantrekkelijk zijn, dan zie je dat dat mensen trekt

Slide 7 - Slide

Welke Site is aantrekkelijk om en stad te vestigen?
A
Hoog in de bergen
B
Vlak land
C
Vruchtbaar land
D
In de woestijn

Slide 8 - Quiz

Welke Site is aantrekkelijk om mensen in de stad te laten wonen?
A
Veel scholen
B
Geen winkels
C
Slecht bereikbaar
D
Niet te druk, maar ook niet te rustig

Slide 9 - Quiz

Vestigingsplaatsfactoren van steden

2. Situation







Ligging van de stad
  • Wanneer de centraal ligt, is het hierdoor goed te bereiken

Verbinding
  • Wanneer de verbinding met andere steden goed is, zie je dat hierdoor steden groeien en belangrijker worden

Slide 10 - Slide

Welke Situation is aantrekkelijk om en stad te vestigen?
A
De centrale ligging
B
De stad ligt helemaal in het westen van het land
C
De stad is goed verbonden met andere steden
D
Er zijn slechte wegen naar de stad toe

Slide 11 - Quiz

Welke verklaring geeft Site en Situation?
A
Zegt iets over de aantal steden in het land
B
Verteld iets over de bewoners van de stad
C
Verklaard iets over de grote van de steden
D
Verklaard de spreiding van de steden in het land

Slide 12 - Quiz

Aan het werk
Wat: maak zelfstandig van §3.2 ‘De wereld van de grote stad’ vraag 5 t/m 8

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp: je tekstboek (Lees goed!)
                 buurman/buurvrouw naast je
                de Bosatlas 

Klaar?: Laten checken en kijk na!

Tijd  10 min voor de bel

Slide 13 - Slide

Wanneer wordt een stad een primate city genoemd?

Slide 14 - Open question

Welke 2 vestigingsplaatsfactoren spelen een rol bij steden?

Slide 15 - Open question

Noem van welke vestingsplaatsfactor een voorbeeld

Slide 16 - Open question

Wat verklaard deze twee verstingsplaatsfactoren?

Slide 17 - Open question