Verbranding en ademhaling

Verbranding en ademhaling
Herhaling 1.1 t/m 1.3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Verbranding en ademhaling
Herhaling 1.1 t/m 1.3

Slide 1 - Slide

Wat moet er op plek 1?

A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Glucose

Slide 2 - Quiz

strottenhoofd
keelholte
luchtpijp
neusholte

Slide 3 - Drag question

Waar of niet waar:
Het strottenklepje sluit de neusholte af als je slikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Waar of niet waar:
Voor verbranding is altijd een brandstof en zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de trilharen in het neusslijmvlies?
A
Het tegenhouden van ziekteverwekkers
B
Het keuren van de lucht
C
Het verwarmen van de lucht
D
Het verplaatsen van slijm naar de keelholte

Slide 6 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
Luchtpijp
Bronchiën
Longblaasjes

Slide 7 - Drag question

Waar of niet waar:
Een mondademhaling is beter dan een neusademhaling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar:
Bij verbranding ontstaat altijd koolstofdioxide (CO2).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Ingeademde lucht bevat veel __1__ en weinig __2__
A
1:Koolstofdioxide 2: Zuurstof
B
1: Zuurstof 2: Koolstofdioxide

Slide 10 - Quiz

Welk gas wordt in de longblaasjes opgenomen in het bloed?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Koolstofmonoxide
D
Stikstof

Slide 11 - Quiz

Waarom gaat je hart sneller pompen bij inspanning
A
Omdat de ademhaling sneller gaat
B
Je spieren hebben meer verbranding, dus is er meer zuurstof nodig in de spieren
C
Omdat alle afvalstoffen afgevoerd moeten worden
D
je lichaam heeft meer verbranding, dus is er meer zuurstof nodig in de organen

Slide 12 - Quiz

De opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide via de longblaasjes noem je ….
A
Uitscheiding
B
Ademhaling
C
Gaswisseling
D
Verbranding

Slide 13 - Quiz

Welke twee vormen van energie ontstaan bij de verbranding van hout?

Slide 14 - Open question

De belangrijkste brandstof voor je lichaam is....

Slide 15 - Open question

Welke lichaamscellen doen aan verbranding?
A
Alleen Spiercellen
B
Alleen je hersencellen
C
Alle cellen die in je lichaam zit
D
Spiercellen en hersencellen

Slide 16 - Quiz

wat is de brandstof bij een brandende kaars?

A
lucht
B
kaarsvet
C
zuurstof
D
glucose

Slide 17 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste plaats in de formule van verbranding in het menselijke lichaam
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 18 - Drag question

een indicator is een
A
een stof die voor kleur zorgt
B
een stof die een andere stof aantoont
C
een stof die een andere stof bindt

Slide 19 - Quiz

Welk onderdeel wijst nummer 4 aan?
A
Bronchie
B
Luchtpijp
C
Keelholte
D
Strottenhoofd

Slide 20 - Quiz

Welk onderdeel wijst nummer 5 aan?
A
Bronchie
B
Luchtpijp
C
Keelholte
D
Strottenhoofd

Slide 21 - Quiz

De luchtpijp is stevig door kraakbeenringen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz