What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
Online les 23-12-21
Pak je Boek en je HW (opdr 7 t/m 9)
Pak je Binas
Deze les: Kort herhalen 4.3
Start 4.4
Je kent de bouw van DNA en RNA
Je kunt DNA overschrijven naar RNA
Je kunt RNA vertalen naar aminzuren (eiwit)
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Online les 23-12-21
Pak je Boek en je HW (opdr 7 t/m 9)
Pak je Binas
Deze les: Kort herhalen 4.3
Start 4.4
Je kent de bouw van DNA en RNA
Je kunt DNA overschrijven naar RNA
Je kunt RNA vertalen naar aminzuren (eiwit)
Slide 1 - Slide
Opdracht 7 A.
Welke tekening
zijn de onderdelen juist genummerd?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 2 - Quiz
Wat is de kleur tussen de celwand en celmembraan, en tussen celmembraan en vacuole?
A
Beide kleurloos
B
Beide rood
C
rood, kleurloos
D
kleurloos, rood
Slide 3 - Quiz
Welke diagram is juist weergeven?
Slide 4 - Open question
Opdr9.
Wat is de NaCl-oplossing
A
<0,9%
B
0,9%
C
>0,9%
D
Weet ik niet
Slide 5 - Quiz
Transcriptie
Translatie
Mutatie
Replicatie
Specialisatie
Overschrijven
Vertalen
Namaken
Bekwamen
Veranderen
Slide 6 - Drag question
Dubbele
helix
-structuur
Backbone van
fosfaatgroep
(PO
4
)afgewisseld met een suiker (
desoxyribose
)
DNA-
molecuul
(
nucleïnezuur
)
Slide 7 - Slide
Vier verschillende
stikstofbasen
:
Adenine (A), Thymine (T),
Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G (baseparing)
De ene streng is
complementair
aan de andere
DNA-
molecuul
(nucleïnezuur)
Slide 8 - Slide
Nucleotide
: kleinste bouwsteen van DNA
Bestaat uit 1 fosfaatgroep, 1 suiker en 1 stikstofbase
DNA-
molecuul
(nucleïnezuur)
Slide 9 - Slide
nucleotide = bouwsteen DNA
Slide 10 - Slide
Moet je dit leren?
BINAS 71C
DNA-
molecuul
(nucleïnezuur)
Slide 11 - Slide
Een nucleotide bestaat uit:
A
Suiker en een stikstofbase
B
Fosfaat, suiker en een stikstofbase
C
Fosfaat en een suiker
D
Fosfaat en een stikstofbase
Slide 12 - Quiz
Welke basen zitten in het stukje complementaire streng van ATGGT?
Slide 13 - Open question
Transcriptie: DNA naar RNA
Een stuk DNA dat codeert voor
één eiwit
(eigenschap) is een
gen.
De nucleotidevolgorde van dat stuk DNA is de code voor het maken van het eiwit.
Eiwitten bestaan uit een keten van aminozuren. Er zijn 20 verschillende aminozuren (BINAS 67H1).
Slide 14 - Slide
Transcriptie: DNA naar RNA
Als het eiwit moet worden gemaakt wordt eerst van het gen een kopie gemaakt -> messenger RNA (mRNA).
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Transcriptie: DNA naar RNA
RNA is enkelstrengs
RNA heeft een ribose als suiker
RNA heeft Uracil ipv Thymine als base
RNA kan de kern uit en DNA blijft in de kern
Slide 17 - Slide
Transcriptie: DNA naar RNA
mRNA wordt afgelezen van en complementair gemaakt aan de afgelezen DNA streng
tegenover de A wordt een U ingebouwd, tegenover T een A, bij C een G en bij G een C.
Slide 18 - Slide
Transcriptie: DNA naar RNA
Het mRNA is dus een 'kopie' van de ándere (complementaire) DNA streng: de coderende streng.
Slide 19 - Slide
RNA naar eiwit: translatie
Het mRNA verlaat de kern (via een kernporie) naar het cytoplasma en bindt aan een ribosoom.
Het ribosoom leest het mRNA in steeds 3 basen tegelijk (triplet/ codon).
Slide 20 - Slide
RNA naar eiwit: translatie
Translatie begint altijd bij een AUG code (het startcodon). Hiermee wordt een methionine aminozuur ingebouwd.
Er zijn een paar mogelijke stopcodons waarmee de translatie stopt.
Slide 21 - Slide
RNA naar eiwit: translatie
Moet je dit leren?
BINAS 71J
Slide 22 - Slide
Welke stopcodons zijn er?
Slide 23 - Open question
Transcriptie en translatie
Slide 24 - Slide
Opgave 4
Slide 25 - Slide
Opgave 4
TTG-TCC-AAG-AAT-CCG-TAA
Slide 26 - Slide
Opgave 4
Noteer de overgeschreven RNA streng van de onderstaande DNA streng.
TTG- TCC- AAG- AAT- CCG-TAA
Slide 27 - Slide
Opgave 4
TTG- TCC- AAG- AAT- CCG-TAA DNA
AAC-AGG-UUC-UUA-GGC-AUU RNA
(officieel weet je niet waar het aflezen begint!!)
Slide 28 - Slide
Opgave 4
Bevat deze RNA streng een Start codon?
TTG- TCC- AAG- AAT- CCG-TAA DNA
AAC-AGG-UUC-UUA-GGC-AUU RNA
Slide 29 - Slide
Opgave 4
AAC-AGG-UUC-UUA-GGC-AUU (mRNA)
Geen AUG: geen startcodon
Geen UAA, UAG, UGA: geen stopcodon
Kijk ook van rechts naar links! De afleesrichting is niet bekend
Slide 30 - Slide
Opgave 4
Vertaal je RNA streng naar aminozuren. Gebruik hierbij je Binas 71G
Slide 31 - Slide
Opgave 4
AAC-AGG-UUC-UUA-GGC-AUU (RNA)
Asn- Arg- Phe-Leu -Gly -Ile (polypeptide)
Uitgaande van afleesrichting links -> rechts.
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
More lessons like this
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
June 2022
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
May 2023
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3V Proefles Biologie DNA
May 2023
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3H/V Proefles Biologie DNA
December 2023
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.2 en 2.3: DNA + Celdeling
May 2023
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
September 2023
- Lesson with
31 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel (deel 1)
September 2023
- Lesson with
45 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H2-2 DNA tot eiwit 4H
October 2020
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4