H2 - week 35 - Les 1 Intro en woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

Mevrouw Takken, TNL

[e-mail]

Ma, di, wo, do, vrij

- Introductie

- Nederlands dit jaar

- Start planner

Planning deze les:

- Je weet wat je van wie kunt verwachten

- Je bent goed ingelogd in de methode

- Je weet wat vergelijkingen zijn

- Je hebt een start gemaakt met het huiswerk van deze week

Doel van de les

Wie staat er voor je?

• Mevrouw Takken (TNL)
  
• Barneveld
  
•  Verloofd met de allerliefste
     man van Nederland
•  Volleybal (SSS), wielrennen
  
•  Chocolade (met mate) en lezen

Wie staat er voor je?

Heb je me nodig, mail me dan: [e-mail] / berichtje google Chat

Op werkdagen lees ik het dagelijks. 

Neem 2 minuten de tijd om drie dingen over jezelf 

op te schrijven om jezelf mee te introduceren. 

- twee dingen die waar zijn

- één ding wat een leugen is.

Hiermee maken we een rondje door de klas, iedereen noemt kort zijn drie dingen. Vervolgens raden jullie wat er niet waar zou zijn.

Introductie - Twee waarheden, één leugen

Neem 2 minuten de tijd om drie dingen over jezelf 

op te schrijven om jezelf mee te introduceren. 

- twee dingen die waar zijn

- één ding wat een leugen is.

Bijv. :

- ik ben als de dood voor achtbanen

- ik ben éénendertig jaar oud

- ik houd heel erg van lezen

Introductie - Twee waarheden, één leugen

- Planner is leidend

Dus, als er iemand een keer ziek is, leeling of docent, loopt de planner door. Hou daar rekening mee. 

- Elke les mee: Laptop (vol/oplader), leesboek, pen

- Mee als het in de planner staat: theorieboek

- Vier boeken verplicht lezen: 

Opdracht inleveren in week 40, 5, 11 en 22.  (minimaal 1 Nederlandse schrijver)

Nederlands dit jaar:

Doel: 

- kennen van zoveel mogelijk woorden

- gebruiken/herkennen van uitdrukkingen

- betekenissen kunnen herleiden

Woordenschat

• Wit (= bijvoeglijk naamwoord)

• Wat voor vergelijking kun je hiermee bedenken?
• bijv. wit als sneeuw

• Klein

Start woordenschat

• Werk samen met je buurman of buurvrouw
• Schrijf allebei één bijvoeglijk naamwoord op.
• Lees om de beurt je woord voor, bedenk er samen zoveel mogelijk (nieuwe) vergelijkingen bij. Schrijf dit op!
• noem de leukste in de klas

Start woordenschat

Wat was de leukste vergelijking die jullie tegen zijn gekomen?

Start woordenschat

Als je iets vergelijkt, zet je twee dingen naast elkaar:

het Object en het Beeld

De jongen is zo rood als een kreeft

Het meisje piepte als een muisje

Vergelijkingen

Ga naar de methodesite en log in op de juiste klas:

KLAS - NE - 2021-2022 - tnl

Ga naar hoofdstuk 1 - Woordenschat (oranje)

Maak opdracht 1 en 2 - volgende les is dit af. 

Aan de slag!

Voor de les:

- je hebt opdracht 1 en 2 af (woordenschat H1) 

- je hebt de woordenlijst geleerd (bestaande uit de woordjes van opdracht 2, zie planner)

Succes!

Volgende les: