4. Het onderwerp (ow):
Het onderwerp kun je vinden door te vragen: 'Wie of wat + gezegde?' Het antwoord op die vraag is het onderwerp. Er staat altijd een onderwerp in een zin.
================================================================
5. Het lijdend voorwerp (lv):
'Wie of wat + gezegde + ow?' Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel.
6. Het meewerkend voorwerp (mv):
Het meewerkend voorwerp kun je vinden door te vragen: 'Aan of voor wie + gezegde + ow + lv?'