This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
5. Verzorgingsstaat
4. Gezondheidszorg
Slide 1 - Slide
Voor wie is de verzorgingsstaat?
A
Voor alle mensen die geld nodig hebben
B
Voor alle burgers
C
Voor alle mensen die werkloos zijn
D
Voor alleen de mensen die onder het minimumloon zitten
Slide 2 - Quiz
Solidariteit is:
A
Mensen accepteren ook al hebben ze andere waarden dan jij
B
Altijd zo veel mogelijk mensen het ergens mee eens laten zijn
C
De ultieme middenweg tussen politiek links en rechts
D
Gevoel van saamhorigheid en samen consequenties dragen
Slide 3 - Quiz
Wat is geen gebied waaruit de verzorgingsstaat werkt?
A
Veiligheid en Justitie
B
Gezondheidszorg
C
Onderwijs
D
Sociale zekerheid
Slide 4 - Quiz
In een nachtwakersstaat is er meestal sprake van een vrijemarkteconomie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Wat is een nachtwakersstaat?
A
Samenleving waarin men laat naar bed gaat
B
Samenleving waarin de overheid voor welzijn en welvaart zorgt
C
Samenleving waarin de staat alleen voor de openbare orde zorgt
D
Samenleving waarin de staat alleen voor het welzijn, maar niet voor de welvaart zorgt
Slide 6 - Quiz
Wie ontvangen er allemaal AOW?
A
De mensen die hebben gewerkt boven de 67
B
De mensen die niet hebben gewerkt, boven de 67
C
Alle mensen boven de 67
D
Alleen mensen die premie hebben betaald boven de 67
Slide 7 - Quiz
Wat is niet waar over de participatiesamenleving?
A
De overheid laat nu alles aan de burgers zelf over.
B
De part. komt voort uit noodzakelijke bezuinigingen.
C
We leven in een informatiesamenleving met mondige burgers.
D
Vergrijzing en ontgroening dragen bij aan de hoge kosten.
Slide 8 - Quiz
Welk voorbeeld past goed bij de participatiesamenleving?
A
Mensen moeten hard en lang werken in fabrieken en mijnen
B
Als je in de bijstand komt, krijg je meer dan genoeg geld om van rond te komen
C
Iedereen moet voor zichzelf zijn eigen AOW betalen
D
Bij je oma langsgaan om boodschappen voor haar deur te zetten
Slide 9 - Quiz
Wanneer is de leerplichtwet ingevoerd?
A
1349
B
1901
C
1798
D
1946
Slide 10 - Quiz
Tot welke leeftijd ben je leerplichtig?
A
15
B
16
C
17
D
18
Slide 11 - Quiz
Sociale ongelijkheid komt voort uit
A
Verschil in inkomen
B
Verschil in sociaal milieu
C
Verschil in opleiding
D
A, B en C
Slide 12 - Quiz
Wat is sociale ongelijkheid?
A
Groepen mensen die hun rijkdom niet delen
B
Groepen mensen die te lui zijn om te werken
C
Ongelijkheid in hoe de welvaart verdeeld is in een land
D
Ongelijkheid in hoe mensen wonen
Slide 13 - Quiz
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen...
- met wie je te maken krijgt als je zorg nodig hebt
- hoe Nederland omgaat met oplopende zorgkosten
- wat verschillende vormen van zorg zijn en hoe die bijdragen aan het welzijn en welvaart van een land
Slide 14 - Slide
(recht op) gezondheidszorg
Het is de taak van de overheid om te zorgen dat iedereen gelijke toegang heeft tot goede en betaalbare gezondheidszorg
Meer aandacht voor preventie; campagnes tegen roken/vapen/alcohol etc
Goede gezondheidszorg verbetert het welzijn van de burgers en draagt bij aan de welvaart van een land. (gezonde burgers kunnen een bijdrage leveren aan de maatschappij)
Slide 15 - Slide
Zorgverzekering
Vanaf je 18e de plicht om een zorgverzekering af te sluiten. Kinderen zijn gratis meeverzekerd met hun ouders.
Via belastingen draag je bij aan de financiering van de zorg.
Laag inkomen (onder €37.496 per jaar)? Dan heb je recht op zorgtoeslag (tot max €123 per maand).
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Kosten
Met een basisvezekering ben je verzekerd voor ziekenhuisopnames, medicijnen, huisarts. De premie is ongeveer €115 per maand.
Met de aanvullende verzekering kun je je voor bijvoorbeeld fysiotherapie en de tandarts verzekeren.
Ook heb je een eigen risico vanaf €385, waarbij je de eerste paar 100 euro aan zorgkosten zelf moet betalen.