§4

§4 Zonder werk?
1. Start les
2. Huiswerk controle
3. Huiswerk nakijken
4. Uitleg en huiswerk maken
5. Afsluiting

1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§4 Zonder werk?
1. Start les
2. Huiswerk controle
3. Huiswerk nakijken
4. Uitleg en huiswerk maken
5. Afsluiting

Slide 1 - Slide

Start van de les
Toets!
12 december

Samenvatting: Djeno, Lev, Amoury, Julia, Veerle

Slide 2 - Slide

Huiswerk controle

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            


36 a 40 × € 5,35 = € 214 per week
       b € 214 × 52 ÷ 12 = € 927,33 per maand
       c € 927,33 ‒ € 669,45 = € 257,88 meer


37 1, 2 en 4

Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            0,395 × € 1.537,20 = € 607,19
       (2) 

Slide 5 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            0,395 × € 1.537,20 = € 607,19
       (2) € 530,35 × 12 ÷ 52 = € 122,39
       (3) 

Slide 6 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            0,395 × € 1.537,20 = € 607,19
       (2) € 530,35 × 12 ÷ 52 = € 122,39
       (3) € 461,15 = ...% van € 1.537,20
              

Slide 7 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            0,395 × € 1.537,20 = € 607,19
       (2) € 530,35 × 12 ÷ 52 = € 122,39
       (3) € 461,15 = ...% van € 1.537,20
              € 461,15 ÷ € 1.537,20 × 100 = 30%


36

Slide 8 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            0,395 × € 1.537,20 = € 607,19
       (2) € 530,35 × 12 ÷ 52 = € 122,39
       (3) € 461,15 = ...% van € 1.537,20
              € 461,15 ÷ € 1.537,20 × 100 = 30%


36 a 40 × € 5,35 = € 214 per week
       b 

Slide 9 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            0,395 × € 1.537,20 = € 607,19
       (2) € 530,35 × 12 ÷ 52 = € 122,39
       (3) € 461,15 = ...% van € 1.537,20
              € 461,15 ÷ € 1.537,20 × 100 = 30%


36 a 40 × € 5,35 = € 214 per week
       b € 214 × 52 ÷ 12 = € 927,33 per maand
       c 

Slide 10 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            0,395 × € 1.537,20 = € 607,19
       (2) € 530,35 × 12 ÷ 52 = € 122,39
       (3) € 461,15 = ...% van € 1.537,20
              € 461,15 ÷ € 1.537,20 × 100 = 30%


36 a 40 × € 5,35 = € 214 per week
       b € 214 × 52 ÷ 12 = € 927,33 per maand
       c € 927,33 ‒ € 669,45 = € 257,88 meer


37

Slide 11 - Slide

Huiswerk nakijken
35 (1) 39,5 % van € 1.537,20 = ……
            0,395 × € 1.537,20 = € 607,19
       (2) € 530,35 × 12 ÷ 52 = € 122,39
       (3) € 461,15 = ...% van € 1.537,20
              € 461,15 ÷ € 1.537,20 × 100 = 30%


36 a 40 × € 5,35 = € 214 per week
       b € 214 × 52 ÷ 12 = € 927,33 per maand
       c € 927,33 ‒ € 669,45 = € 257,88 meer


37 1, 2 en 4

Slide 12 - Slide

Huiswerk nakijken
38 Voor hun veiligheid en gezondheid.

39 a Dan is er minder kans op ongelukken of schade aan je gezondheid.
       b Werknemers zitten minder vaak thuis door ziekte of ongevallen.

40 a Ja, als hij niet te vaak optreedt mag dat maximaal 4 uur en uiterlijk tot 23.00 uur.
       b Als dat niet in een vakantie is: 2 uur. (In een vakantie 4 uur.)

41 a Maximaal 3 per week.
      b Op een schooldag moet je genoeg tijd voor school en huiswerk moet hebben.

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wanneer iemand werkloos is.
- Je weet wat ontslag is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn. 
- Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan betekenen na ontslag.
- Je weet wat de gevolgen van technologische ontwikkelingen kunnen zijn. 

Slide 14 - Slide

Werkloos
- Je bent tussen de 15 en 67 (pensioenleeftijd)
- Je hebt geen baan
- Je wilt wel een baan

Hoe zou je werkloosheid kunnen oplossen?

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken 
43
46

timer
2:00

Slide 16 - Slide

Opdrachten maken 
43 a Nee (want je bent nog geen 15)
      b Ja
      c Nee (want je bent niet actief op zoek naar werk)

46 a In 2014, er waren toen 700.000 werklozen.
       b 550.000 ‒ 450.000 = 100.000
       c 550.000 ‒ 475.000 = 75.000


Slide 17 - Slide

Ontslag
Als de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt door jou of je werkgever. 

Houd wel rekening met de opzegtermijn.

Slide 18 - Slide

UWV
Ontslag en nu?
- Nieuw werk 
- WW Uitkering

Kunnen zij iedereen helpen?

Slide 19 - Slide

Opdrachten maken 
47
48
50
51

timer
4:00

Slide 20 - Slide

Opdrachten maken 
47 a Juist
       b Onjuist (Gewoonlijk is de opzegtermijn minstens 1 maand.)
       c Onjuist (Je hebt dan meestal recht op een uitkering.)


48 a Je moet je binnen twee dagen inschrijven als werkzoekende bij het UWV.
       b - Je moet voor je ontslag minstens 26 weken in loondienst zijn geweest.
           - Je moet buiten je schuld werkloos zijn geworden.
           - Je moet beschikbaar zijn voor werk.
       c 70% van € 1.640 = ……
           0,70 × € 1.640 = € 1.148


Slide 21 - Slide

Opdrachten maken 
50 1, 2 en 3

51 a ja
      b nee (hij is nog geen 15 en gaat nog naar school)
      c ja



Slide 22 - Slide

Technologische ontwikkelingen
Producten die ontstaan zijn door nieuwe kenis van techniek en nieuwe uitvindingen. 

Zorgen technologische ontwikkelingen voor meer of minder werkloosheid?

Slide 23 - Slide

Lijndiagram aflezen

Slide 24 - Slide

Opdrachten maken 
53
54
55


timer
3:30

Slide 25 - Slide

Opdrachten maken 
53 a In 2013; ongeveer 13,7%.
      b In 2011 (net zo hoog als in 2010).
      c In 2009 (gestegen van 8,5% naar 11,3%; je ziet dat aan de lijn die daar het steilst omhoog     gaat).
      d 10,5%

54 Omdat robots spullen uit het magazijn halen en opbergen.

55 Bijvoorbeeld: onderhoudsmonteurs, ontwerpers van robots, programmeurs.


Slide 26 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wanneer iemand werkloos is.
- Je weet wat ontslag is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn. 
- Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan betekenen na ontslag.
- Je weet wat de gevolgen van technologische ontwikkelingen kunnen zijn. 

Slide 27 - Slide