Parler des vêtements et la physique

1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on fait aujourd'hui?
- Hoe zeg je in het Frans welke 
    kleding je draagt?
- Herhaling kledingstukken en   
   accessoires.
- Hoe zeg je in het Frans hoe iemand
    er uit ziet.
- Laatste moment om te werken aan
    je modetijdschrift

Slide 2 - Slide

Qu'est-ce tu portes?
  • Pak een blaadje en een pen
  • Kijk en luister naar het     filmpje
  • Noteer ondertussen zoveel    mogelijk Franse woorden        voor  kleding en            accessoires.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Welke Franse woorden voor
kledingstukken en sieraden
weet je nog?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

J'ai les cheveux ...
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes

Slide 7 - Quiz

Heeft zij bruine ogen?
A
Elle est les yeux bruns?
B
Elle a les yeux marron?
C
Elle a les cheveux bruns?
D
Elle a le yeu marron?

Slide 8 - Quiz

Hij heeft groene ogen. =
A
Il a les yeux verts.
B
Il est les yeux verts.
C
Il a yeux verts.
D
Il a les verts yeux.

Slide 9 - Quiz

Welk woord beschrijft geen uiterlijk?
A
joli(e)
B
mince
C
gros(se)
D
gentil

Slide 10 - Quiz

Au travail!
  • Telefoons in de tas.
  • Ga zitten naast de persoon met wie je samenwerkt.
  • Zorg dat je je modetijdschrift zo ver mogelijk afmaakt.

Slide 11 - Slide