4.4 Kerk en staat

H4 Tijd van steden en staten 


4.4 Kerk en staat
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Tijd van steden en staten 


4.4 Kerk en staat

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe de wereldlijke en de geestelijke macht met elkaar in conflict komen en hoe dit conflict verloopt

Slide 2 - Slide

Tweezwaardenleer

Slide 3 - Slide

Slimme keizers?
Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal

voordelen:

Trouwer aan de keizer dan aan de paus 
geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Slide 4 - Slide

De paus is not amused.....
  • Bisschoppen benoemd door de keizer: ontstaat strijd tussen Gregorius VII en Duitse keizer Hendrik IV over benoeming geestelijken
  • Tweezwaardenleer  
  • Keizer macht over het aardse 
  • Paus macht over het geestelijke 

Probleem? Waar ligt het primaat? (hoogste gezag)


Slide 5 - Slide

De schenking van Constantijn
In de loop van de eeuwen na het overlijden van Constantijn ontstonden er verschillende legendes over diens leven. Dat Constantijn zich vlak voor zijn dood had laten dopen door een Ariaanse priester zat de christenen dwars. Daardoor ontwikkelde zich een mooie legende rondom zijn doop.
Constantijn zou op jonge leeftijd door lepra zijn overvallen. In een nachtelijk visioen verwezen de apostelen Petrus en Paulus hem voor genezing naar de toenmalige paus Silvester I (?-335). De volgende dag genas Silvester Constantijn met gebeden en onderdompeling in doopwater. Constantijn raakte hierdoor overtuigd van het christendom en liet zich ter plekke dopen door Silvester.
Het einde van de legende is essentieel: als dank voor genezing en doping zou Constantijn vervolgens verschillende kostbaarheden hebben geschonken aan Silvester.
Een van de belangrijkste kostbaarheden was zijn keizerlijke frygium. Met het afstaan van deze wereldlijke kroon aan Silvester, gaf hij in feite de keizerlijke, wereldlijke macht aan de paus. Deze schenking wordt de Donatio Constantini (de schenking van Constantijn) genoemd. Er bestond zelfs een document waarin deze schenking van de wereldlijke macht aan de paus was vastgelegd. Het geloof in de legende bleef sterk, ondanks het bewijs dat het document toch echt een vervalsing was. Pausen wendden deze oorkonde maar al te graag aan om hun macht te bestendigen. Vroegmiddeleeuwse keizers en pausen waren namelijk geregeld in strijd met elkaar. Wie was er nu de baas over wie? Keizers, aangezien zij de heersers waren over het Heilige Roomse Rijk en diens volk? Of pausen, omdat zij heersten over de West-Europese kerk?

Slide 6 - Slide

Er volgt een investituurstrijd
Paus Gregorius VII (1075): 
alleen ik mag bisschoppen benoemen.

Duitse keizers en koningen: 
wij willen dat ook zelf doen

Duitse keizer is zijn macht over de bisschoppen dus kwijt....

Slide 7 - Slide

Excommunicatie Hendrik IV
Canossa (1077)

Slide 8 - Slide

Voorlopig einde investituurstrijd:
Concordaat van Worms (1122):
bisschoppen ontvangen van

1.  de paus: geestelijke macht
2. de keizer: wereldlijke macht

Uiteindelijk wint de paus in 1122.
 De bisschoppen mogen vazallen worden van de Duitse keizer, maar alleen de paus mag de bisschoppen benoemen.

Gevolg voor de Duitse keizers:
verbrokkeling Duitse Rijk omdat de keizer niet alle leenmannen meer kon kiezen.

Slide 9 - Slide


De inquisitie
  • De kerk deed erg weinig aan de vervolgingen van Joden en heksen
  • Het christelijke geloof was het enige ware geloof: alle andere geloven waren ketters en moest worden vernietigd.
  • De inquisitie was een speciale kerkelijke rechtbank om de ketterij uit te roeien.

Slide 10 - Slide


Bijgeloof



  • Er gebeurden veel dingen om hen heen die zie niet begrepen: natuurrampen, hongersnoden, ziektes en overlijden.
  • De mensen vroegen hulp aan de kerk, maar die kon hen niet altijd helpen
  • Daarom waren de mensen erg bijgelovig: ze probeerden met witte magie ervoor te zorgen dat dingen toch goed gingen.

Slide 11 - Slide


Heksen
  • Dingen die misgingen waren vaak de schuld van mensen die zich bezighielden met zwarte magie.
  • Zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
  • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.

Slide 12 - Slide


Vervolging van heksen
  • Om heksen te 'ontmaskeren' werden de meest vreselijke ondervragingen en proeven gebruikt.
  • Zo werden heksen gewogen of in het water gegooid om te kijken of ze te licht waren (en dus bleven drijven).
  • Heksen werden verbrand om er zeker van te zijn dat de duivel werd uitgedreven.
Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


Joden

  • In de Middeleeuwen waren joden vaak de zondebok.
  • Joden moesten vaak in andere delen van de stad wonen (getto's), mochten geen eigen grond bezitten en ze mochten geen lid zijn van een gilde.
  • Daarom hadden ze vaak beroepen als: handelaar, bankier of juwelier.
  • Soms waren Joden verplicht een herkenningsteken te dragen.
Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.

Slide 15 - Slide

wat bedoelen we met de tweezwaardenleer?
A
de strijd tussen de geestelijke en wereldlijke macht over de leiding van de kerk
B
het schisma
C
de strijd tussen de paus en de bisschop over de leiding van de kerk
D
de leiding van de kerk in handen van christus en niet van de keizer

Slide 16 - Quiz

Een investituur is ....
A
Een promotie van een geestelijke
B
Benoeming van een nieuwe paus
C
Een plechtige benoeming van een bisschop
D
Een ruzie tussen de paus en de kerk

Slide 17 - Quiz

Waarom willen Duitse keizers zo graag bisschoppen benoemen als vazallen?
A
Bisschoppen zijn meer trouw aan de keizer en kunnen bovendien geen kinderen als opvolgers hebben
B
Bisschoppen zijn vroom: dat wil zeggen dat ze zich goed en netjes gedragen.
C
Bisschoppen kunnen het volk goed onder controle houden, omdat bisschoppen christelijke leiders zijn.
D
Bisschoppen zijn heel goed in het besturen van een stuk land.

Slide 18 - Quiz

De tweezwaardenleer hield in dat de wereldlijke macht de hoogste macht had
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Huiswerkcontrole!

Slide 20 - Slide