HIN Taalverzorging H2 -4TA aan elkaar of los

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 50
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Fijn dat je er bent!
Pak je boek voor op blz 58, 
je etui met een 
pen en log in op deze LessonUp. 

Geen huiswerk voor vandaag. 



timer
3:00

Slide 2 - Slide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Zitten volgens plattegrond 
  • Telefoon in de tas, jas op de kapstok/kluis 
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 3 - Slide

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

  • Lesboek 
  • iPad (opgeladen)
  • Schrift
  • Pen

Slide 4 - Slide

Vandaag

  • Herhaling vorige les 
  • Uitleg aan elkaar of los 
  • Maken opdrachten  
  • Vragen stellen 
  • Evaluatie 

Slide 5 - Slide

Terugblik vorige les
Wat heb je de vorige les geleerd?

Slide 6 - Slide

Wat is het onvoltooid deelwoord van 'geloven'?

Slide 7 - Open question

willen
liggen
kennen
leggen
kunnen
iets doen
in staat zijn om iets te doen
zich bevinden, rusten
iets weten of geleerd hebben
het verlangen, het wensen

Slide 8 - Drag question

Heb je een vraag?

Slide 9 - Slide

  • Je weet of je woorden los of aan elkaar moet schrijven.
  • Je kunt de fouten in het los- of aan elkaar schrijven herkennen en verbeteren.
Lesdoelen

Slide 10 - Slide

Taalverzorging hst 2 Spelling

Slide 11 - Slide

Aan elkaar
Een samenstelling:
begrip gemaakt van 2 of meer andere woorden




Boek   +   kast =                              boekenkast

Slide 12 - Slide

Aan elkaar
Een samenstelling:
begrip gemaakt van 2 of meer andere woorden




hond + kussen                          hondenkussen

Slide 13 - Slide

Let op:
Samenstellingen schrijf je nooit los.
Soms gebruik je een liggend streepje
wc-papier

Meestal schrijf je een samenstelling
aan elkaar vast

Slide 14 - Slide

Maak zelf een samenstelling en let op de spelling!

Slide 15 - Open question

Aan elkaar
werkwoorden die beginnen met 
op, over, na, uit




nadoen         uitlachen       overblijven        opblazen          uitlaten


Slide 16 - Slide

Maak zelf een goede zin met een werkwoord dat begint met een voorzetsel.

Slide 17 - Open question

Aan elkaar
Woorden met -er, daar-, hier- en waar- plus een voorzetsel

erin                       ernaast
daarachter               daaronder
hierbij                      hiernaast
waarover                  waardoor

Slide 18 - Slide

Wat is goed gespeld?
A
ernaast
B
er naast
C
hierdoor
D
hier door

Slide 19 - Quiz

let op de betekenis
Dat ik deze toets haal komt hierdoor..........
Mijn dikke buik past precies hier door ....

Slide 20 - Slide

Zelf aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 5
blz. 58/59

timer
15:00

Slide 21 - Slide

Heb je nog                      vragen?

Slide 22 - Slide

Doelen van deze les
Je weet of je woorden los of aan elkaar moet schrijven.
Je kunt de fouten in het los- of aan elkaar schrijven herkennen en verbeteren.
Je kunt de theorie toepassen.
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Welke drie vormen kan de pv tt hebben?

Slide 25 - Open question

PV tt:                 ik                              ik-vorm
PV tt:                 hij/zij/het             ik-vorm+t
PV tt: wij          zij/wij/jullie          wij-vorm

Slide 26 - Slide

Leg uit: hoe gebruik je
't ex-kofschip/'t sexy-fokschaap?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Heb je een vraag?

Slide 29 - Slide

Uitleg werkwoordspelling

Slide 30 - Slide

Onvoltooid deelwoord
  • Eindigt altijd op een d!!!!
Is bezig: huilend/lachend/peinzend/ijsberend

Slide 31 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
  • Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je altijd zo kort mogelijk!

Slide 32 - Slide

Nakijken opdracht 1 (blz 32)
1 De gesnoeide heg. (vd)
2 De fotograferende paparazzi. (od)
3 De stralende bruid. (od)
4 Het gebroken pootje. (vd)
5 Een kwispelend hondje. (od)
6 Het applaudisserende publiek. (od)

Slide 33 - Slide

H1 Taalverzorging
Formuleren van lastige werkwoorden

Bladzijde 34 

Slide 34 - Slide

Lastige werkwoorden
Deze werkwoorden worden vaak fout gebruikt. Daarom besteden we in de les extra aandacht aan:
- kennen       - kunnen
- liggen         - leggen
- willen

Slide 35 - Slide

We gaan oefenen
kennen, kunnen, liggen, leggen, willen

Slide 36 - Slide

willen
liggen
kennen
leggen
kunnen
iets doen
in staat zijn om iets te doen
zich bevinden, rusten
iets weten of geleerd hebben
het verlangen, het wensen

Slide 37 - Drag question

Ze kennen elkaar al jaren;
ze hebben een ....
A
hechte band
B
initiatief
C
uitkomst
D
ontwikkeling

Slide 38 - Quiz

We kennen/kunnen hem al jaren!
A
kennen
B
kunnen

Slide 39 - Quiz

Kennen is iets weten.
Kunnen is iets doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

Ik weet niet waar ik al materialen heb liggen/leggen.
A
liggen
B
leggen

Slide 41 - Quiz

Mijn sleutels leggen/liggen nog op tafel dus ken/kan ik het huis niet in.

A
leggen/ken
B
liggen/kan
C
leggen/kan
D
liggen/ken

Slide 42 - Quiz

Liggen is rusten.
Leggen is iets doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quiz

Liggen of leggen?
A
Ik leg in een deuk.
B
Ik lig in een deuk.

Slide 44 - Quiz

Aan de slag 
Ga naar blz 35. Maak in stilte opdracht 1, 2, 3 en 4 . 


Hulp nodig? Steek je vinger op, dan kom ik bij je. 

timer
12:00

Slide 45 - Slide

Huiswerk
Lezen: theorie op blz 32 en 34 
Maken:  opdracht 1 t/m 4   op blz. 35
 

Slide 46 - Slide

Ik weet nu hoe ik werkwoorden moet spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 48 - Slide

Maak een foto van je huiswerk!
(of van jezelf als je geen huiswerk hebt gemaakt...)

Slide 49 - Open question

Slide 50 - Slide