V3_Verbrandingsreacties_H4.1_Wk7

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Programma

• Opening les
  
• Controle boeken en huiswerk
  
• Weektaak
  
• Leerdoelen
  
• Uitleg en oefenen - Leerdoel 1
• Uitleg en oefenen - Leerdoel 2
• Afsluiten les
  

Weektaak

- Lezen H4.1

- Afmaken opdrachten die je niet af had in de les (zie Lessonup)

Leerdoelen les 1

- Ik kan uitleggen welke stoffen elektriciteit geleiden en in welke fase.

- Ik kan de bouw van een element beschrijven met behulp van het atoommodel van Rutherford, met de begrippen proton, neutron, elektron, atoomnummer en massagetal.

- Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen atoom en een ion.

Atoommodellen

Atoommodel van Rutherford

• Kern met protonen en neutronen
• Elektronenwolk
  

Atoommodel van Rutherford

Kern bestaat uit protonen en neutronen

• Protonen zijn positief geladen
  
• Neutronen zijn neutraal
  

Om de kern zweven elektronen

• Elektronen wegen bijna niks
  
• Ze zijn negatief
  

Atoommodel van Rutherford

Atoomnummer = aantal protonen

Identiteit atoom

Voorbeeld:

- Waterstof heeft atoomnummer 1

- Waterstof  heeft dus 1 proton in de kern

Atoommodel van Rutherford

Massagetal = protonen + neutronen

Atoommassa = massa protonen + massa neutronen

• Massa elektronen erg klein
  
• Massa proton en massa neutron = 1 u

Atoommodel van Rutherford

Aantal elektronen = Aantal protonen

• Atoom is neutraal
  

Aantal neutronen hoeft niet gelijk te zijn aan aantal protonen of elektronen

Atoommodel van Rutherford

Voorbeelden

• Zuurstof heeft atoomnummer 8
  
• Dus 8 protonen in de kern en 8 elektronen
  
• De atoommassa is 16,0 u
• Dus massagetal is 16
  
• 8 neutronen
  

Zoek in achterin in je boek het atoomnummer van Natrium op. Deze is?

1. 23
2. 12
3. 11
4. 46

Het atoomnummer van chloor is 17. Hoeveel protonen en elektronen heeft chloor

1. 17 protonen 35,5 elektronen
2. 35,5 protonen 17 elektronen
3. 35,5 protonen 35,5 elektronen
4. 17 protonen 17 elektronen

Wat is het massagetal van stikstof gebaseerd op de atoommassa?

1. 14,01
2. 14
3. 7,00
4. 2,5

Atoommodel van Rutherford

Natrium

• Atoomnummer 11
  
• 11 protonen en 11 elektronen
  
• Atoommassa is 23,0 g/mol dus massagetal is 23
  
• Dus 12 neutronen (= massagetal – protonen).
  

Chloor

• Atoomnummer 17 = 17 protonen = 17 elektronen
  
• 35,5 g/mol = 35 of 36 Massagetal = 18 of 19 neutronen
  

Isotopen

Zelfde aantal protonen, maar verschillende massagetal, dus verschillend aantal neutronen

Ionen

Een ion heeft geen gelijk aantal elektronen en protonen.

Bijvoorbeeld:

- Na⁺

- Heeft een plus lading...

- Aantal protonen blijft 11 (identiteit molecuul)

- Aantal elektronen verschilt, dit is 10

- Want 11 - 10 = +1 (Protonen - neutronen = lading)

Ionen

Een ion heeft geen gelijk aantal elektronen en protonen.

Bijvoorbeeld:

- Cl^-

- Heeft een min lading...

- Aantal protonen blijft 17 (identiteit molecuul)

- Aantal elektronen verschilt, dit is 18

- Want 17 - 18 = -1 (Protonen - neutronen = lading)

2-tal zoeken...

Je krijgt een kaartje met een deel van de informatie over een element uit het periodiek systeem.

Zoek diegene waarmee je een ‘match’ hebt

(bijvoorbeeld: 1 p matcht met 0 n… want dit is waterstof (H)

K+ met 19p (K)

92 p met 92 e (U)

25 p met 30 n (Mn)

14 e met 14 n (Si)

77 n met 54 p (Xe)

48 n en 26 e (Ti)

204 u met 123 n (Th)

V met 23 e (V)

79 u met 45 n (Se)

74 p met 74 e (W)

Ba2+ met 137 n (Ba)

39 e met 39 p (Y)

Teken

- Zoek de ontbrekende informatie over jouw element op. (blz 238)

 

- Teken groot en NETJES volgens het atoommodel van Rutherford jullie atoom op A3 papier.Gebruik verschillende kleurtjes voor de verschillende deeltjes

Vertel

- Waar komt de naam van jullie element vandaan?

- Hoeveel isotopen zijn er van het element?

- Wat zijn toepassingen van het element in het dagelijks leven?(leg vaktaal uit)

- Effecten/gevaren op de mens.

- Minimaal 3 weetjes/feitjes

- Ik kan de bouw van een element beschrijven met behulp van het atoommodel van Rutherford, met de begrippen proton, neutron, elektron, atoomnummer en massagetal.

Ik kan het leerdoel onvoldoende

Ik kan het leerdoel voldoende

Ik vind het leerdoel heel makkelijk

Basis opdracht

Maken opdracht 27, 32

Extra uitdaging

Maken opdracht 27, 31

Basis opdracht

Vul de tabel aan met behulp van de tabel achter in je boek

	Atoom-nummer	Protonen	Neutro-nen	Elek-tronen	Atoommassa	Massa- getal
Be
Ti
P
O 2-

Leerdoelen les 2

- Ik kan uitleggen wat een verbranding is.

- Ik kan uitleggen wat de branddriehoek en brandvijfhoek is.

- Ik kan uitleggen wat de voorwaarden zijn voor een explosie.

Er zijn diversie soorten reacties

- Ontledingsreacties: een ontleedbare stof wordt ontleed in niet-ontleedbare stoffen.

- Vormingsreacties: uit meerdere stoffen wordt een 1 nieuwe stof gevormd (soms met een bijproduct).

2​​​​​H​2​​O​​​​​→​​​​​2​​​​​H​2​​​​​​​+O​2​​

N​2​​​​​​​+​​​​​3​​​​​H​2​​​​​​​→​​​​​2​​​​​NH​3​​

Er zijn diversie soorten reacties

- Verbrandingsreacties: Een stof reageert met zuurstof, en na de reactie staan de oxides van de elementen in de stof die reageert met zuurstof

CH​4​​​​​​​+​​​​​2​​​​​O​2​​​​​​​→​​​​​CO​2​​​​​​​+​​​​​2​​​​​H​2​​O

Brandvijfhoek

Oxides

C	CO 2
H	H 2 O
S	SO 2
N	NO 2

BOEM!

Explosie: Snelle verbranding waarbij het volume van de gasvorminge stoffen snel toeneemt

Explosie grenzen: Ideale verhouding tussen

brandstof en zuurstof

Explosiegrenzen

Zie ook figuur 4.3 uit je boek.

Onderste explosie grens (OEG):

- Minimale hoeveelheid brandstof

- Maximale hoeveelheid zuurstof

Bovenste explosie grens (BEG):

- Maximale hoeveelheid brandstof

- Minimale hoeveelheid zuurstof

Welke voorwaarde voor verbranding haal je weg door met water te blussen?

1. Brandstof
2. Energie
3. Zuurstof
4. Mengverhouding

Welke voorwaarde voor verbranding haal je weg door het vuur af te dekken met een blusdeken?

1. Brandstof
2. Energie
3. Zuurstof
4. Mengverhouding

Welke voorwaarde voor verbranding haal je weg door de gaskraan dicht te doen of het hout uit elkaar te halen?

1. Brandstof
2. Energie
3. Zuurstof
4. Mengverhouding

- Ik kan uitleggen wat een verbranding is.
- Ik kan uitleggen wat de branddriehoek en brandvijfhoek is.
- Ik kan uitleggen wat de voorwaarden zijn voor een explosie.

Ik kan het leerdoel onvoldoende

Ik kan het leerdoel voldoende

Ik vind het leerdoel heel makkelijk

Basis opdracht

Maken opdracht 1, 2

Extra uitdaging

Maken opdracht 3, 5

Extra oefening

Maken opdracht 1, 2 

- Ik kan uitleggen wat een verbranding is.
- Ik kan uitleggen wat de branddriehoek en brandvijfhoek is.
- Ik kan uitleggen wat de voorwaarden zijn voor een explosie.

Ik kan het leerdoel onvoldoende

Ik kan het leerdoel voldoende

Ik vind het leerdoel heel makkelijk

Demonstratie practica

Demo 5 H4.1 - Aansteken blik met aardgas

- Wat laat dit experiment zien over verbranding?

Demo blusmiddelen (naar eigen voorkeur)

- Brandblusser (verschillende soorten)

- Branddeken

Practicum

Practicum 8: Blussen met soda

Beantwoord de vragen op het voorschrift.

Welke stof heeft ervoor gezorgd dat het vlammetje uitging?

Leerdoelen deze les

- Ik kan uitleggen wat een verbranding is.

- Ik kan uitleggen wat de branddriehoek en brandvijfhoek is.

- Ik kan uitleggen wat de voorwaarden zijn voor een explosie.

- Ik kan uitleggen wat een gegeven GHS-symbool betekent.

Vlam in de pan!
Hoe moet je dit blussen?

1. Er een emmer water op gooien!
2. Met een blusdeken of natte theedoek
3. Koolstofblusser

Leerdoelen deze les

- Ik kan uitleggen wat een verbranding is.

- Ik kan uitleggen wat de branddriehoek en brandvijfhoek is.

- Ik kan uitleggen wat de voorwaarden zijn voor een explosie.

- Ik kan uitleggen wat een gegeven GHS-symbool betekent.