Benoem één vraag die je de volgende les beantwoord wilt hebben.
Slide 12 - Mind map
3.7 grammatica les 2 week 49
Slide 13 - Slide
'Ik heb haar mijn boek gegeven.' Wat is het bzv?
Slide 14 - Open question
'Ik heb haar mijn boek gegeven.' Wat is het psv?
Slide 15 - Open question
Wat zijn de volgende woorden: eerste, veel, weinig, drie, zevenhonderd
A
voegwoorden
B
zelfstandige naamwoorden
C
telwoorden
D
voorzetsels
Slide 16 - Quiz
Lesdoelen
- ik ken het verschil tussen het zelfstandig werkwoord en het hulpwerkwoord
Slide 17 - Slide
Zelfstandig werkwoord
Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord.
Het zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord.
Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. (Vaak is het 't laatste werkwoord van de zin).
Slide 18 - Slide
Hulpwerkwoord (HWW)
Een hulpwerkwoord is het hulpje van het zelfstandig werkwoord. Er kan altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin staan, maar er mogen meerdere hulpwerkwoorden in een zin staan.
Voorbeeld 1
Mijn zus wil graag lerentuinieren.
Ik hadgisteravond mijn huiswerk moeten maken.
Slide 19 - Slide
hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord?
Soms zie je niet meteen of een werkwoord een zww of een hww is. Doe dan het volgende:
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Laat de persoonsvorm weg.
3. Maak een zin met de werkwoorden die over zijn.
4. Ga door tot je één werkwoord over hebt: dit is het zelfstandig werkwoord (zww).
Slide 20 - Slide
Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?
Ik word bekeken bekeken = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 21 - Quiz
zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?
Ik heb gefietst gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 22 - Quiz
Zelf oefenen: zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord? Ik heb gegeten heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 23 - Quiz
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Kan
je
niet
beter
uitkijken!
Slide 24 - Drag question
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij
heeft
weer
niet
geluisterd.
Slide 25 - Drag question
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Morgen
wordt
het
feest
gevierd.
Slide 26 - Drag question
Wat is het zelfstandig werkwoord in de zin: "Ik ga heel erg mijn best doen."
A
ga
B
mijn best
C
erg
D
doen
Slide 27 - Quiz
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Zij
laten
hun
auto
morgen
repareren.
Slide 28 - Drag question
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Haar
broers
zitten
me
altijd
te
treiteren.
Slide 29 - Drag question
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Max
zou
dat
gedaan
kunnen
hebben.
Slide 30 - Drag question
Wat is het zelfstandige werkwoord in de zin: Ik had mijn telefoon vandaag mee naar school moeten nemen.
Slide 31 - Open question
Klassikaal opdracht 9 zin a en b
Slide 32 - Slide
Noem twee dingen die je geleerd hebt vandaag.
Slide 33 - Mind map
Benoem één vraag die je de volgende les beantwoord wilt hebben.