NN H3 toets bespreking

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les
- Stil lezen 10 minuten
- Toets bespreken 
- Raadgedicht 
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Ik vond de toets makkelijk, ik heb wel een goed cijfer.
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Toets rood 
Over het algemeen goed gemaakt
Zoekend lezen 
Woordenschat (zoek voorbeelden)
Grammatica (pv, wg, ow)
Spelling (d of t, meervoud)

Slide 4 - Slide

Onze school heeft verschillende publicaties om je te informeren over van alles en nog wat. Denk maar aan de nieuwsbrief of de schoolkrant.
Wat zijn publicaties?
A
publiek
B
nieuwsbrief of schoolkrant bijvoorbeeld
C
informatie
D
websites

Slide 5 - Quiz

Met zulke uitgaven houden we je geregeld op de hoogte van alles wat belangrijk is of gewoon leuk om te lezen. Zo verschijnt de nieuwsbrief wekelijks en de schoolkrant één keer per maand.
Wat is geregeld?
A
uitgaven
B
alles wat belangrijk is
C
wekelijks of maandelijks
D
nieuwsbrief of schoolkrant bijvoorbeeld

Slide 6 - Quiz

Mijn moeder ______ het vlees veel te gaar. (braden)
A
braad
B
braadt
C
braat
D
brad

Slide 7 - Quiz

Wat is het meervoud van horloge?
A
horloges
B
horloge's
C
horlogen

Slide 8 - Quiz

Toets wit
- Precies lezen (hoofdgedachte)
- Woordenschat 
- Grammatica zinsdelen (pv, ow, wg)
- Grammatica woordsoorten (zelfstandig ww of hulpww)
- Spelling

Slide 9 - Slide

Welke uitspraak over de hoofdgedachte is waar?
A
De hoofdgedachte vat het belangrijkste van de tekst in een zin samen.
B
De hoofdgedachte geeft in een tot drie woorden aan waarover de tekst gaat.
C
De hoofdgedachte van een tekst staat altijd letterlijk in een tekst.
D
De hoofdgedachte van een tekst vind je altijd in het slot van de tekst.

Slide 10 - Quiz

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de ____ plus de andere ____ in de zin.
A
zelfstandige werkwoord, hulpwerkwoorden
B
persoonsvorm, werkwoorden
C
onderwerp, werkwoorden

Slide 11 - Quiz

Volleybalvereniging Volley denkt de titelstrijd nog spannend te kunnen maken.

Wat voor werkwoord is maken?
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 12 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis gelet op de meervoudsvorm? Leg je antwoord uit.
A
chronologie
B
epidemie
C
fobie
D
huursubsidie

Slide 13 - Quiz

Toets blauw
- Precies lezen (hoofdgedachte)
- Woordenschat
- Grammatica (pv, wg, ow, lv: dit was moeilijk)
- Spelling

Slide 14 - Slide

Wat is emancipatie?
A
omstandigheid
B
plechtigheid
C
ontwikkeling naar gelijke rechten en kansen
D
ziekteverschijnsel

Slide 15 - Quiz

In de zomervakantie gaan we met ons vieren Madurodam bezoeken.
PV =
A
we
B
gaan
C
bezoeken
D
gaan bezoeken

Slide 16 - Quiz

In de zomervakantie gaan we met ons vieren Madurodam bezoeken.
OW=
A
in de zomervakantie
B
met ons vieren
C
Madurodam
D
we

Slide 17 - Quiz

In de zomervakantie gaan we met ons vieren Madurodam bezoeken.
LV =
A
in de zomervakantie
B
met ons vieren
C
Madurodam
D
gaan bezoeken

Slide 18 - Quiz

Max _____ (kopen) schaatsen bij de fietsenmaker en die _____ (slijpen) ze meteen voor hem. VT!!
A
koopte, slijpte
B
kocht, slijpte
C
koopte, sleep
D
kocht, sleep

Slide 19 - Quiz

Je krijgt nu je toets
- bekijk je eigen antwoorden kritisch
- tel je punten na
- stel vragen wanneer je het niet snapt

Klaar? Leg de toets op de hoek van je tafel. 


Slide 20 - Slide

Al met al...
Redelijk gemaakt
Hoe had je je anders/ beter kunnen voorbereiden? 

Slide 21 - Slide

Ik had beter/ anders moeten leren.
Ja
Nee

Slide 22 - Poll