12.2: bijvoeglijk naamwoord

Cours du 20 mars
bijvoeglijk naamwoord

VIFE : Fenna Visser
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Cours du 20 mars
bijvoeglijk naamwoord

VIFE : Fenna Visser

Slide 1 - Slide

Planning
  • Magister
  • Écrire: mon animal de compagnie
  • Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Slide

Wat ga ik deze les leren?
  1. Ik vertel iets over mijn eigen huisdier.
  2. Ik leer hoe ik een bijvoeglijk naamwoord gebruik.

Slide 3 - Slide

Magister
  • Aanwezig
  • Op tijd
  • Boeken mee: cahier B
  • Huiswerk gemaakt

Slide 4 - Slide

Écrire: mon animal de compagnie
Tekstje over jouw huisdier (vrai ou imaginaire)
  • c'est quel animal ? (voca F)
  • comment (= hoe) il/elle s'appelle ?
  • il/elle a quel âge ?
  • c'est quand son anniversaire ? (voca B)
  • il/elle est comment (= hoe)? (voca F)

Slide 5 - Slide

Écrire
Tekstje over jouw huisdier (vrai ou imaginaire)
  • C'est mon chat.
  • Il s'appelle Jip.
  • Il a un an.
  • Son anniversaire, c'est le six mai.
  • Il est drôle et parfois un peu méchant.

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)
Mon frère est petit, ma soeur est petite
  • Zelf onderstrepen/lezen: ex. 30abc
  • Wat valt op?
  • Waarom is dit verschillend?
  • Letten op: mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)
We proberen het eens samen
  1. un portable ... (wit)
  2. une piscine ... (bleu)
  3. les cheveux ... (blond)
  4. les lunettes ... (zwart)

Slide 8 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)
We proberen het eens samen
  1. un portable blanc                                (m. ev.)
  2. une piscine bleue                                (v. ev.)
  3. les cheveux blonds                             (m. mv)
  4. les lunettes noires                               (v. mv)

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)
Nu probeer je het zelf!
  • Faire: ex. 30de, 31
  • Aide: grammaire p. 36-37
  • Fini? verzin zelf nog een paar zinnen met bijv. nw. erin
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (p. 38)
Niet alle bijvoeglijk naamwoorden zijn regelmatig
  • Il est beau. / Elle est belle.
  • Kijk dus goed in de grammaire op p. 38!
  • Ma grand-mère est: vieux/vieille/vieux/vieilles
  • Ma grand-mère est vieille. (v. ev.)

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (p. 36-39)
Nu probeer je het zelf!
  • Faire: ex. 32ab, 34a
  • Aide: grammaire p. 38
  • Fini? ex. 32c, apprendre voca F
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Wat heb ik geleerd?
  1. Ik kan iets vertellen over mijn eigen huisdier.
  2. Ik weet dat er verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord zijn.

Slide 13 - Slide

Devoirs
  • Faire: ex. 30de, 31, 32ab
  • Apprendre : vocabulaire F, chapitre 5
  • Apporter : cahier B !

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video