Station Lezen, zakelijke teksten BK1 perron 1

Welkom
   bij Nederlands
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 250 min

Items in this lesson

Welkom
   bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Telefoon    in je       Kluis  

Slide 2 - Slide

Magister
Kan iedereen nu in Magister?
Wie kan Magister niet in de app openen?

Slide 3 - Slide

Lezen, zakelijke teksten
perron 1
Mijn stijl

Slide 4 - Slide

Wat is begrijpend lezen?

Slide 5 - Mind map

We gaan samen lezen
          Pak blz 3 voor je en lees mee...

De drinkwaterjas

Slide 6 - Slide

Maak nu opdracht 1 en 2 op blz 3
Mijn leven

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

We kijken samen naar de theorie

Slide 9 - Slide

Je weet nu meer over.....
  • titel
  • alinea
  • tussenkopje
  • bronvermelding
  • een regel
  • een zin 

Slide 10 - Slide

opdrachten uit het boek
maak opdracht 3, 4 en 5 op blz 4 en 5

Ben je klaar, leg je pen op je tafel.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welkom bij Nederlands

Slide 13 - Slide

Telefoon    in je       Kluis  

Slide 14 - Slide

Magister
Kan iedereen nu in Magister?
Wie kan Magister niet in de app openen?

Slide 15 - Slide

Huiswerk check
Huiswerk; opdracht 1 t/m 4

Leg je boekje op tafel, ik kom het controleren.

Slide 16 - Slide

Tijd voor iets anders....

Slide 17 - Slide

Timer
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Opdracht 5 en 6
We maken samen opdracht 5 en 6

Lees goed mee....

Slide 19 - Slide

Hoe herken je een nieuwsbericht? (uitleg blz. 6)

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

opdrachten uit het boek
maken: blz. 7 - 8 - 9
opdr. 7 - 8 - 9 - 10

Ben je klaar leg je je pen op tafel

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Maken opdracht 5 t/m 10
blz 5 t/m 9

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
De laatste alinea
B
Waar de tekst vandaan komt
C
Waar de tekst over gaat
D
De schrijver

Slide 25 - Quiz

Wat is het doel van verkennend lezen?
A
het onderwerp van de tekst voorspellen
B
moeilijke woorden in de tekst vinden
C
het controleren van het onderwerp
D
alles supergoed onthouden

Slide 26 - Quiz

opdrachten uit het boek
samen maken: blz. 10 - 11
opdr. 11 - 12 - 13

zelfstandig maken: blz. 11 t/m 13
opdr. 14 - 15 - 16


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

opdrachten uit het boek
samen maken: blz. 15
                                     opdr. 17 

Slide 29 - Slide

Leesstrategie
1. verkennend lezen
2. globaal lezen

Slide 30 - Slide

globaal lezen
Bij verkennend lezen heb je gekeken naar de titel, de tussenkopjes, de plaatjes en de anders gedrukte woorden. Je kunt dan het onderwerp voorspellen. 
Daarna ga je de tekst globaal lezen. Je leest de hele tekst. Je hoeft niet elk woord te begrijpen. Je weet ongeveer waar de tekst over gaat. Je controleert dus of je het onderwerp goed had voorspeld.

Slide 31 - Slide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 15 - 16
opdr. 18 - 19 - 20 - 21

We kijken de opdrachten samen na.

Slide 32 - Slide

betekenis
1. Lees de tekst om het woord heen. Zoek de uitleg, het tegenovergestelde of een woord dat hetzelfde betekent.
2. Ken je een stukje van het woord?
3. Zoek het op in het woordenboek.

Slide 33 - Slide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 18 - 19
opdr. 22 - 23 - 24

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Wat is een tussenkopje?
A
de titel van een tekst
B
een titel van een alinea
C
de eerste alinea
D
de laatste alinea

Slide 36 - Quiz

Tussenkopje
Bron
Titel
Alinea

Slide 37 - Drag question

Welke leesstrategie gebruik je als je het onderwerp wil voorspellen?
A
verkennend lezen
B
globaal lezen

Slide 38 - Quiz

Deze vraag stel je wel bij verkennend lezen.
Deze vraag stel je niet bij verkennend lezen.
Wat denk je dat het onderwerp is?
Wat is het tekstdoel?
Wat betekent dit moeilijke woord?
Wat is het belangrijkste wat wordt gezegd over het onderwerp?
Wat voor soort tekst is het?

Slide 39 - Drag question

Hoelang mag het onderwerp maximaal zijn?
A
4 woorden
B
3 zinnen
C
5 woorden
D
maakt niet uit

Slide 40 - Quiz

opdrachten uit het boek
maken: blz. 20 - 21
opdr. 25 - 26 -27 -28

Als je klaar bent, mag je zelf nakijken. Je verbetert de foute antwoorden met een rode pen. Als je klaar bent, leg je het boekje terug en ga je lezen.

Slide 41 - Slide

Het onderwerp van de tekst=
A
Wat de schrijver wil vertellen.
B
Waar de tekst over gaat.
C
Waarom de schrijver de tekst schrijft.

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Slide