Hoofdstuk 3 Voedingsleer

1 / 37
next
Slide 1: Slide
ZWKMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma 
  • Functies voedingsstoffen
  • Stofwisseling in het lichaam
  • Macrovoedingsstof: water
  • Macrovoedingsstof: koolhydraten
  • Macrovoedingsstof: eiwitten
  • Macrovoedingsstof: vetten
  • Macrovoedingsstof: vitaminen
  • Macrovoedingsstof: mineralen

Slide 2 - Slide

Functies voedingsstoffen


De opbouw van ons lichaam
Voor de opbouw van je lichaam heb je voedingsstoffen nodig, zoals: eiwitten, mineralen en water.

Slide 3 - Slide

De levering van energie

  • Je lichaam heeft energie nodig om te kunnen werken en bewegen.
  • Energie wordt uitgedrukt in kJ of kcal.
  • Vetten, eiwitten en koolhydraten leveren ons deze kilojoules.

Slide 4 - Slide

Het regelen van de lichaamsprocessen
  • In het lichaam vinden ontelbaar veel processen plaats.
  • Iedere seconde worden 2,4 miljoen rode bloedlichaampjes afgebroken.
  • Allerlei processen kunnen verstoord worden als je een te kort hebt aan voedingsstoffen.

Slide 5 - Slide

Stofwisseling in het lichaam
Aan de stofwisseling doen veel organen mee, namelijk:
  • De spijsverteringsorganen
  • De bloedsomlooporganen
  • De ademhalingsorganen
  • De uitscheidingsorganen

Slide 6 - Slide

Stofwisseling in het lichaam


De spijsvertering
= het verteren van voedsel (spijs) tot stoffen die door het lichaam kunnen worden opgenomen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Waarom heeft je lichaam steeds nieuwe stoffen nodig?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Leg in eigen woorden uit waarom zetmeel niet opgenomen kan worden door je lichaam

Slide 11 - Open question

In welke stof wordt zetmeel omgezet zodat het wel opgenomen kan worden?
A
Amylase
B
Glycogeen
C
Glucose
D
Gliadine

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Wat voegt je alvleesklier toe aan de twaalfvingerige darm?

Slide 14 - Mind map

Wat voegt je lever toe aan de twaalfvingerige darm?

Slide 15 - Mind map

Stofwisseling in het lichaam


Bloedsomloop
De grote motor is ons hart, dat werkt als een pomp.
En zorgt dat bloed regelmatig door ons lichaam stroomt.



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Taken van het bloed
Vervoert voedingsstoffen van de dunne darm naar al onze lichaamscellen.
Vervoert zuurstof vanuit de longen naar de lichaamscellen.
Vanuit de lichaamscellen neemt het bloed koolzuurgas en waterdamp mee terug, dat we uitademen via de longen.
Het bloed vervoert afbraakproducten naar de nieren.
Het beschermt ons lichaam, door bij een verwonding te zorgen dat er een korstje gevormd wordt. Zo komen bacteriën niet in ons lichaam terecht. Het bloed is in staat om bacteriën en virussen onschadelijk te maken.
Het zorgt ervoor dat onze lichaamstemperatuur 37˚C blijft.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Uitscheidingsorganen

Dikke darm -> onverteerbare delen verlaten ons lichaam
Longen -> koolzuurgas en waterdamp verlaten ons lichaam
Nieren -> zuiveren ons bloed, voeren ongewenste afvalstoffen af en houden het waterpeil in de gaten.
Blaas -> afvalstoffen en overtollig water verlaten ons lichaam
Huid -> afvoeren van zweet

Slide 20 - Slide

Macrovoedingsstof: water

Water en zuurstof: 
Eerste 2 basisvoorwaarden voor leven op aarde.
Voor: planten, dieren en mensen.

Water is een belangrijke bouwstof.
Lichaam bestaat voor zo’n 52 % (vrouwen) of 63 % (mannen) uit water.

Slide 21 - Slide

Juiste vochtbalans
Waterhuishouding moet in evenwicht blijven, dus moet water het lichaam ook weer verlaten. Dat kan op 4 manieren:
  1. Via de blaas als urine
  2. Vocht verdampt via de huid
  3. Waterdamp via de longen
  4. Vocht via de darmen

Slide 22 - Slide

Macrovoedingsstof: water

Advies is om 1,5 liter water per dag te drinken.
Soms hebben mensen meer vocht nodig, zoals in de volgende situaties:
  • Als je meer vocht dan normaal verliest (hitte, inspanning, ziekte of diarree).
  • Na de nacht, je hebt dan veel zweet verloren
  • Wanneer je rookt of veel zout eet

Slide 23 - Slide

Vochttekort
  • Bij vochttekort zal ook bloed in het lichaam afnemen.
  • Hierdoor kan minder zuurstof naar de cellen vervoerd worden.
  • Mensen kunnen suf worden, omdat te weinig zuurstof naar de hersenen gaat.
  • Bij een vochtverlies van 20% zal men overlijden.

Slide 24 - Slide

Macrovoedingsstof: koolhydraten


Koolhydraten vormen een belangrijke bron van energie


Plantaardige en dierlijke koolhydraten
 

Slide 25 - Slide

Zoek op: 3 bronnen dierlijke- en plantaardige bronnen.
timer
1:00

Slide 26 - Open question

Soorten koolhydraten 
Enkelvoudige koolhydraten
  • Worden ook wel enkelvoudige suikers of monosachariden genoemd.
  • Glucose, fructose of galactose
Tweevoudige koolhydraten
  • Worden ook wel tweevoudige suikers of disachariden genoemd.
  • Bestaande uit 2 aan elkaar verbonden sachariden.
  • Sacharose, lactose of maltose
Meervoudige koolhydraten
  • Worden ook wel meervoudige suikers of polysachariden genoemd.
  • Zetmeel, glycogeen of voedingsvezels.

Slide 27 - Slide

Functies van koolhydraten

Leveren van brandstof of energie
Enkel- en tweevoudige koolhydraten zijn smaakmaker
Meervoudige koolhydraten dienen als bindmiddel
Voedingsvezels zijn belangrijk voor een goede spijsvertering

Slide 28 - Slide

Macrovoedingsstof: eiwitten


Dit zijn de bouwstoffen
Ook wel proteïne genoemd
Vormen een bestanddeel van alle cellen en weefsels

Slide 29 - Slide

Opbouw van eiwitten

Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren
Acht aminozuren zijn extra belangrijk
Dierlijke eiwitten hebben een hogere kwaliteit dan plantaardige eiwitten.


Slide 30 - Slide

Functies van eiwitten

  • Bouwstof voor ons lichaam
  • Ze zijn onderdeel van enzymen, spelen een rol bij spijsvertering en stofwisseling
  • Onderdeel van hormonen, heeft invloed op vele functies
  • Vorming van antistoffen, welke een functie als afweermechanisme hebben

Slide 31 - Slide

Macrovoedingsstof: vitaminen

De belangrijkste vitaminen
  • Vitaminen A
  • Vitaminen B – complex
  • Vitaminen C
  • Vitaminen D
  • Vitaminen E
  • Vitaminen K

Slide 32 - Slide

Macrovoedingsstof: mineralen


Belangrijkste mineralen:
Calcium (kalk), Jodium
Kalium, Magnesium
Natrium, Selenium en Zink

Slide 33 - Slide

Huiswerk

Maak hoofdstuk 3 
Werkboek eetcultuur en wensen

Slide 34 - Slide

Huiswerk vaktheorie 
Boek 1
Hoofdstukken
1, 2, 4, 5, 7, 8 en 9

Slide 35 - Slide

Huiswerk vaktheorie
Boek 2
Hoofdstukken
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 10

Slide 36 - Slide

Huiswerk vaktheorie
Boek 3
Hoofdstukken
1, 3, 4, 5 en 6

Slide 37 - Slide