Doel: Je hebt als eerste 10 juiste werkwoorden in de verleden tijd weggestreept.
Daarmee laat je zien dat je onregelmatige werkwoorden kent!
- Je krijgt een bingokaart met werkwoorden in de verleden tijd.
- De docent noemt een onregelmatig werkwoord in de tegenwoordige tijd.
- Jij checkt op je bingokaart of de verleden tijd van dat werkwoord er op staat.
Ja? Streep 'm weg! - Heb je alle 10 werkwoorden weggestreept? BINGO!