Leesstrategieën en tekstdoelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Leesvaardigheid 2

Leesvaardigheid 2

Wat ga je vandaag leren en doen?

--> We kijken terug op de geleerde begrippen van gisteren: 3. leesmanieren.

--> Herhalen 6 tekstdoelen

--> Begin maken met nieuwe begrippen: Functie inleiding, tussenkopje, hoofdgedachte.

Wat zijn 'Verkennend lezen, Grondig lezen en Zoekend lezen'?

Morgen heb ik mijn theorietoets voor mijn scooterrijbewijs. Welke manier van lezen heb ik gebruikt als voorbereiding?

1. globaal lezen
2. nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. studerend lezen

Ik ben op zoek naar een nieuwe Netflix serie. Welke manier van lezen pas ik toe?

1. globaal lezen
2. studerend lezen
3. Zoekend lezen
4. nauwkeurig lezen

Ik ben benieuwd hoeveel mensen er vandaag positief getest zijn op Corona. Welke leesmanier pas ik toe?

1. globaal lezen
2. nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. studerend lezen

Ik moet vragen beantwoorden bij een tekst. Welke manier van lezen pas ik toe?

1. globaal lezen
2. nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. studerend lezen

De docent laat een lijst rondgaan met de cijfers van de laatste toets. Welke leesmanier pas ik toe?

1. globaal lezen
2. nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. studerend lezen

De docent vraag of ik een idee heb waar de tekst over gaat. Welke leesmanier pas ik toe?

1. globaal lezen
2. nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. studerend lezen

Nieuwe theorie!

Tekstdoelen = je begrijpt een tekst beter als je weet wat het doel van de schrijver is.

informeren

instrueren

amuseren

overtuigen

overhalen

Informeren 

De schrijver wil je informatie geven of iets leren

Instrueren (uitleggen)

De schrijver wil je uitleg geven of een instructie. 

Overtuigen

De schrijver wil een mening laten zien + argumenten 

overhalen

De schrijver wil dat jij iets doet 

(bijvoorbeeld iets kopen, lid worden van een club...)

Amuseren

De schrijver wil amuseren, vermaken

5 tekstdoelen

informeren

instrueren

overtuigen

overhalen

amuseren

5 tekstdoelen

informeren: info geven

instrueren: uitleggen

amuseren: jou plezier geven

overtuigen: Mening + argumenten geven

overhalen: Jou iets laten doen

Leertaak 2

Lees de tekst verkennend. Let op:

• plaatjes, 
• titel, 
• tussenkopjes, 
• bron, 
  
• 1e en laatste alinea lezen

Waar denk je dat de tekst over gaat?

1. Informeren
2. overhalen
3. Amuseren
4. Overtuigen

Tekstdoel?

2. Welke 2 manieren om een tekst in te leiden gebruikt de schrijver in alinea 1?

1. Onderwerp noemen
2. probleem noemen
3. aanleiding (waarom) noemen
4. vraag stellen

3. Waarom is hert onderzoek gestart?

1. Citoscores verbeteren
2. beter presteren bij frisse lucht
3. In Limburg presteren ze slechter dan in andere delen van NL
4. Meer geld uitgeven aan onderhoud

4. Volgorde tussenkopjes

De juiste volgorde moet zijn:

Onderzoek gestart

Frisse lucht

Zo goed mogelijk presteren

Onderhoud van schoolgebouwen

5. Redeneren vanuit leeropbrengsten betekent...

2. onderhoud is goedkoper dan we denken
3. scholen moeten letten op wat kinderen leren
4. scholen klagen over gebrek aan geld voor onderhoud

Wat is de hoofdgedachte van de tekst? Antwoord A, B, C of D?