Dementie

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Dementie

Inhoud

• Wat is dementie
• Wat gebeurt er in de hersenlagen?
• Welke verschijnselen horen bij dementie? 

https://www.breinplaats.nl/zorgsector-en-opleidingen/opleidingen-zorgprofessionals/

Vier hersenlagen

Hersenstam: aansturen van levensfuncties en functie in arousal . 

Middenhersenen: schakelstation tussen hogere en lagere hersengebieden. (hypthalamus registreert en reguleert interne stofwisseling en thalamus verwerkt alle externe prikkels).

Limbisch systeem: regelt de basale emotionele reactie op omgevingsprikkels met de motorische reactie erop. Rol bij eenvoudig sociaal gedrag. Primitief gedrag regelen. Amygdala en hippocampus. 

Cortex: hoog complexe verwerking van prikkels. Dirigent van ons brein.

Gebeurtenissen die door amygdala van heftig emotioneel stempel worden voorzien worden beter onthouden!

Hippocampus: toegangspoort tot geheugen.

Hersenstam: onder invloed van hoger gelegen hersendelen (vooral limbisch systeem) produceert de hersenstam stoffen die ons lichaam in staat van paraatheid brengen. Is dit ontremd: hyperarousal, overalertheid. 

Limbisch systeem: primitief gedrag regelen. 

Dirigent van ons brein: zet aan tot reageren, remt af, vergelijkt en zoekt verbanden, voelt mee en voelt aan, houdt een doel voor ogen en selecteert wat in bepaalde situaties belangrijk kan zijn.

Hippocampus: context waarin gebeurtenissen plaatsvinden. Bij aanhoudende stress vermindert de functie. 

Onderbrein emotioneel brein.

Bovenbrein is rationeel brein

Op je 24e pas volledig ontwikkeld. 

Gebaren zijn dynamische prikkels. Die worden vaak wel begrepen.

 Om het verwerkingsproces in goede banen te leiden zit onderin

laag drie een belangrijke functie: het Sensore Ordening Systeem. Dit is een

automatisch werkend systeem met een remmende functie. Het zorgt ervoor

dat we niet alle dynamische prikkels zomaar tegelijk toelaten. Dat we kunnen

focussen op iets waarin we geïnteresseerd zijn. Dat we ons op iets

concentreren en alle andere aanwezige prikkels kunnen tegenhouden

door ze weg te werken of te verzwakken. Dat de een zich beter

kan concentreren dan de ander

heeft met het functioneren van dit

systeem te maken. Als deze functie

niet of nauwelijks werkt kan er

sprake zijn van ADHD

Wat neem je mee naar de praktijk?

Geen (moeilijke) vragen stellen

Op een gegeven moment gaat herinneren, denken en kiezen niet

meer. Een vraag wordt dan een probleem. In plaats van ‘Hoe was

het gisteren?’, beter ‘Wat was het gisteren gezellig met de kinderen!’.

In de beginfase doen gesloten vragen het beter: dus niet ‘Wat wil je

drinken?’, maar ‘Wil je een glas melk?’ In de latere fase van dementie:

‘Ik heb een lekker glas melk voor je’.

Niet in discussie gaan

Als we met iemand met dementie in discussie gaan of hem een

vraag stellen waarop hij geen antwoord meer kan bedenken laten

we hem eigenlijk falen. Dat voelt hij. En dan wordt hij boos of trekt

zich terug. Omdat er angst ontstaat. Belangrijk voor mensen met

dementie is een veilige omgeving.

Geen moderne producten

Ze worden niet meer herkend en dus terzijde geschoven. Als de

‘oude’ en bekende koffiekan kapot is, probeer dan een gelijkend

exemplaar te vinden.

Oprechtheid

Een leugentje wordt afgestraft. Met het emotionele onderbrein

wordt alles nog haarfijn aangevoeld. Iets waarvan we denken ‘dat

wordt toch niet onthouden’, blijkt soms opeens wél te worden

onthouden

cce.nl

Emotionele brein zit immers in laag 1 en 2!

omgevingszorg-collectief.nl