herhaling woordjes en grammatica
1 / 25
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Open question
aardig
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Open question
tachtig
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Open question
das Handy
Slide 12 - Open question
das Geschenk
Slide 13 - Open question
die Verwandten
Slide 14 - Open question
Ik ken de woordjes van Kapitel 2....
A
al heel goed
B
redelijk goed, alleen nog de puntjes op de i
C
een beetje, maar ik moet nog wel beter leren
D
oh jee, ik moet echt beginnen met leren!
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Onregelmatige werkwoorden: haben + sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
seid
sind
sind
Slide 17 - Drag question
Onregelmatige werkwoorden: haben + sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
haben
hast
haben
habt
hat
Slide 18 - Drag question
............... Sie Zeit für mich?
Slide 19 - Open question
Er weiß nicht, was er falsch gemacht ................ .
Slide 20 - Open question
.................. ihr müde?
Slide 21 - Open question
Ihr ............... euren Eltern eine Karte geschrieben.
Slide 22 - Open question
Johann, wo...............du?
Slide 23 - Open question
Sie(ev) ........ jetzt vierzehn Jahre alt.
